Thomas De Gendt: "Na alles wat ik de voorbije 2 jaar meegemaakt heb, voelt dit als een van mijn mooiste zeges"

"Napels zien en dan sterven", luidt de beroemde uitdrukking. Maar uitgerekend in Napels kregen we juist de verrijzenis van Thomas De Gendt, die meer dan een jaar na zijn laatste profzege toch weer mocht juichen.

"Als je 2 weken geleden gezegd had dat ik een rit in de Giro zou winnen, had ik je niet geloofd, want mijn vorm was nog zo slecht."

"Dit was wel een etappe die me lag, een beetje zoals de Barcelona-rit in de Ronde van Catalonië (die hij al 2 keer wist te winnen). Er was doorheen de dag weinig tijd om te recupereren."

"Toen Mathieu van der Poel aanging op die steile stukken van de klim, moesten we alle drie wel passen. Maar we konden terugkeren en hebben meteen aangevallen, omdat we wisten dat de anderen dan naar Van der Poel, Girmay en Ulissi zouden kijken. Zij waren de  ideale bliksemafleiders."

"We konden hen op 30 seconden houden. Ik werkte voor Harm (Vanhoucke), want ik voelde me bergop niet super en zo kon Harm aanvallen op de klim. Hij heeft dat één keer gedaan, maar toen was het beste ervanaf."

"Op 3 kilometer van het einde heb ik Harm dan gezegd: zet je op kop, ik ben zeker dat ik het zal afmaken in de sprint. En het lukte, 10 jaar na mijn zege op de Stelvio."

Waar plaatst De Gendt dit nummertje in zijn omvangrijke lijst met zeges? "Daar moet ik nog eens over nadenken. Maar na wat er allemaal gebeurd is de voorbije 2 jaar, met al die pech ook, is dit qua gevoel een van de beste zeges."

Harm Vanhoucke heeft De Gendt een ferme dienst bewezen door knap voorbereidend werk te verrichten voor zijn ploeggenoot. In de laatste kilometer reed hij zich helemaal stuk en kon hij De Gendt netjes afzetten op de juiste positie.

"Ik heb mezelf verrast door nog zo'n sterke lead-out te rijden voor Thomas. Ik zat eigenlijk al 40 kilometer à bloc en op de laatste beklimming kwamen er krampen naar boven."

"Ik zag dat Van der Poel en Girmay echt nog dicht kwamen in de laatste kilometer en ik was bang dat ze nog tot bij ons gingen komen. Ik heb er toen nog alles uitgeperst."