Onderzoekers van de Universiteit Gent hebben aangetoond dat een coronabesmetting ook op lange termijn gevolgen kan hebben voor topvoetballers. "We pleiten voor een graduele opbouw na een besmetting", zegt dokter Evi Wezenbeek van het UZ Gent.
De studie van het UZ Gent bij meer dan 80 voetballers uit de Jupiler Pro League begon al voor de coronapandemie, maar door de uitbraak van het virus konden er bijkomende testen gedaan worden naar de invloed van een coronabesmetting op de gezondheid van de spelers.
Uit het onderzoek is gebleken dat voetballers tot een maand na een besmetting een sterke verhoogde kans hebben op spierblessures. "Zelfs asymptomatische spelers hadden een verhoogde kans", weet arts Evi Wezenbeek.
"Globaal gezien geldt dat na een positieve PCR-test de kans tot 5 keer hoger is om binnen de maand na spelhervatting een spierletsel op te lopen. Daarnaast hebben we vastgesteld dat ook de aërobe capaciteit (de hoeveelheid zuurstof die het lichaam kan opnemen en omzetten in energie, red) tot weken na een besmetting nog gedaald is."
Het onderzoeksteam pleit ervoor om voorzichtiger om te springen met spelers die een corona-infectie hebben doorgemaakt. "We adviseren voldoende rust na een quarantaine. Het is belangrijk voor het lichaam dat de intensiteit gradueel weer opgebouwd wordt", zegt Wezenbeek.
"De belasting van het lichaam goed beheren is heel belangrijk om letsels te voorkomen. Na een blessure bouw je ook langzaam weer op. Wij raden aan om dat ook te doen na een coronabesmetting."