Op de US Open tennis maken de tieners dit jaar furore. Bij de vrouwen staan Emma Raducanu (18) en Leylah Fernandez (19) in de finale, bij de mannen gaf Carlos Alcaraz (18) er vermoeid de brui aan in de kwartfinale. Onze tennisreporter Dirk Gerlo stelt ze aan u voor.
Vorig jaar vond ik de US Open een doodse bedoening. Er was die fantastische mannenfinale tussen Thiem en Zverev, maar mét publiek is het grandslamtoernooi dit jaar echt weer een tennisfeest. Nog meer dan Roland Garros of Wimbledon. Dankzij de typische New Yorkse fans en dankzij de tieners.
Dat Nadal of Federer niet op het terrein staan? Daar maalt niemand meer om. Emma Raducanu, Leylah Fernadez en Carlos Alcaraz zorgen nu voor het spektakel.
Leylah Fernandez (19): speelster zonder vrees
Leylah Fernandez heeft in New York titelverdedigster Naomi Osaka, voormalig nummer 1 Angelique Kerber en ex-nummer 3 Elena Svitolina naar huis gestuurd.
We leerden de Canadese kennen toen ze begin vorig jaar huidig olympisch kampioene Belinda Bencic klopte.
Op 6 september vierde Fernandez haar 19e verjaardag in New York. Met haar linker en met haar spirit maakt ze furore op de US Open. Fernandez kent geen vrees, geen stress.
Zo maakt ze het verschil tegen ervaren profsspeelsters. De jonge Canadese gaat telkens voluit, ze zoekt de hoeken op en een eerste of een tweede opslag? Dat maakt haar niet uit.
Emma Raducanu: allemaal A's op school
Emma Raducanu bevestigt op de US Open haar prestaties van Wimbledon. Daar haalde ze de 1/8e finales, nu doet de tiener nog een pak beter.
Net als Fernandez is Raducanu geboren in Canada. Ze groeide wel op in Groot-Brittannië waar ze op school allemaal A's haalde.
Dat zie je ook als ze tennist. Ze staat met een helikoptervisie op het terrein en voert zorgvuldig uit wat haar coach op papier heeft gezet.
En als we die mogen geloven, zit Raducanu nog maar aan 50 à 60 procent van haar mogelijkheden.
Carlos Alcaraz (18): knoertharde ballen
Carlos Alcaraz is een jonge kerel uit Spanje en wordt daarom steevast vergeleken met Rafael Nadal. Hij heeft de energie van Nadal, maar blinkt eerder op hardcourt uit.
Daar komen zijn knoertharde slagen beter uit de verf. Zijn forehand is goed voor slagen van 125 km/u. Dat is 5 km/u harder dan de andere spelers.
Ook met zijn backhand overpowert Alcaraz zijn tegenstanders. Die is goed voor slagen van 121 km/u of 8 km/u sneller dan de concurrentie.
Onehitwonders of niet?
De top bestormen is een ding, nu wordt het zaak om daar te blijven meedraaien. Sponsors staan in de rij voor toptalenten, maar leggen hen ook heel wat druk op.
Kijk naar Iga Swiatek. De Poolse won vorig jaar Roland Garros als tiener. Nu speelt ze lang niet meer zo bevrijd als toen. Haar zelfbeheersing is ze helemaal kwijt.
Opletten dus dat Fernandez, Raducanu en Alcaraz geen onehitwonders worden.