Wout van Aert en Mathieu van der Poel waren veruit de sterkste renners in Gent-Wevelgem, maar door een persoonlijk oorlogje eindigden ze allebei met lege handen. Vooral Van Aert reageerde erg ontgoocheld.
"Zoals verwacht gingen we met een kleine groep de finale in", begint Wout van Aert zijn analyse. "Ik had goeie benen en denk dat ik bij de beteren in de koers was. Maar op het einde moet je wat gokken en uiteindelijk heb ik geen prijs."
"Er was er eigenlijk maar 1 die de hele tijd naar mij keek", begint Van Aert zelf over de olifant in de kamer. "Van der Poel, ja. Die wou blijkbaar liever dat ik verloor dan dat hij zelf won. Hij is misschien vergeten dat ik al veel gewonnen heb en op een gegeven moment ook kon gokken. Nu hebben we allebei niets."
"Ik heb zelf gereden om de koers te winnen, maar ik kreeg geen vrijheid. Ik ben teleurgesteld, want het zat er echt in. Ook in de sprint zou ik een kans gehad hebben. Maar ik kon niet op alles reageren. En het was altijd dezelfde die in mijn wiel zat."