Sinds de start van het seizoen kunnen ook wielrenners gele kaarten krijgen en dus potentieel ook geschorst worden. Hoe evalueren Jolien D'hoore, Jordi Meeus en Greg Van Avermaet de eerste weken van het systeem en waarom kreeg Jasper Philipsen gisteren geen gele kaart voor zijn declassering? Sporza Daily zocht het uit.
Wat zijn gele kaarten in de koers?
Quizvraag: wie kreeg de allereerste officiële gele kaart in het wielrennen?
Je moet al een héél zware wielerfan om daarop het antwoord te kennen, want de "eer" was weggelegd voor de Portugees João Santos, mecanicien bij de vrouwenploeg van EF Education.
Sindsdien zijn er nog 19 gele kaarten gevolgd, onder meer voor Danny van Poppel (de eerste bij de mannen), Ivan Romeo en maar liefst 6 renners die op het Aziatisch kampioenschap "aan de klink" hebben gehangen.
Was het vorig jaar nog een proefproject, dan is het sinds dit jaar menens. Er zijn maar liefst 23 mogelijke redenen om een gele kaart te krijgen in de koers. Niet alleen voor renners, maar ook dus voor onder meer mecaniciens, ploegleiders en motards.
1 gele kaart is nog geen ramp, een 2e gele kaart zorgt voor diskwalificatie uit de bewuste koers én een schorsing van 7 dagen. Bij 3 gele kaarten in een maand loopt dat zelfs op tot 14 dagen en bij 6 gele kaarten in één seizoen word je 30 dagen geschorst.
Van Poppel - op kop bij de start van de video - krijgt geel voor zijn zwieper
Waarom kreeg Philipsen geen gele kaart?
Naast onder meer klassieke overtredingen als het stayeren of het koersen op de stoep worden ook onregelmatigheden in de sprint bestraft.
Op die manier raapte Van Poppel zijn virtuele kartonnetje op. Jasper Philipsen daarentegen werd gisteren in de UAE Tour dan wel gedeclasseerd, maar niet met geel bestraft. Meteen wordt duidelijk dat de VAR, net als in het voetbal, ruimte laat tot willekeur.
"Het is moeilijk om er de vinger op te leggen wanneer iets geel verdient en wanneer niet", zegt ex-sprintster Jolien D'hoore, tegenwoordig ploegleidster bij AG-Insurance.
"Ik weet zelf eigenlijk ook het verschil niet tussen een gele kaart en een declassering", geeft sprinter Jordi Meeus toe. "Al zag iedereen wel dat het manoeuvre van Jasper niet opzettelijk was. Ik begrijp dat je daar geen geel voor geeft."
Greg Van Avermaet kwam in 2022 zelf ooit met het idee voor gele kaarten op de proppen. "Het geval-Philipsen is een interessante situatie. Het was een typische reactie van ontgoocheling, waarbij hij uitweek."
"Het is moeilijk om in te schatten, maar ik zou hem sowieso al niet declasseren. De sprint was gereden en de snelheid lag niet al te hoog. Maar in andere situaties zou het wel geel kunnen zijn."
Het manoeuvre van Philipsen in de UAE Tour
Commissie van ex-renners?
Het manoeuvre van Philipsen maakt duidelijk dat het systeem met gele kaarten niet helemaal zaligmakend is. Net als in het voetbal zet het de deur open voor interpretatie.
"Wie die gele kaarten uitdeelt, zal goed moeten kunnen inschatten wat er wel en niet door de beugel kan", zegt Greg Van Avermaet.
"Het is belangrijk dat oud-renners over dit soort zaken beslissen. Die hebben zelf in dat soort situaties gezeten en kunnen het beter inschatten. Als je het zelf niet gedaan hebt, kun je er moeilijk over oordelen."
Van Avermaet pleit dan ook voor "een kleine commissie van ex-renners" die de gele kaarten uitdelen. "Je hoeft niet altijd ter plekke te zijn, je kunt ook vanop afstand de beelden bekijken."
Het is belangrijk dat oud-renners hierover beslissen. Zij hebben het zelf meegemaakt en kunnen het beter inschatten.
Wie denkt aan een gele kaart tijdens een sprint?
Volgens Van Avermaet is het systeem met de gele kaarten "slechts één van de vele maatregelen die genomen moeten worden om het wielrennen veiliger te maken".
"Ik betwijfel of het alles zal oplossen", zegt ook Jolien D'hoore. "Als een sprinter de laatste 500 meter ingaat, is die bezig met: ik wil de koers winnen. Niet met: ik mag nu geen gele kaart krijgen."
Dat gevoel wordt bevestigd door Jordi Meeus. "Ik denk niet dat die gele kaart in je achterhoofd zit als je op de fiets zit. Die manoeuvres gebeuren allemaal zo snel. Op sommige momenten komt er heel weinig denken aan te pas. Je volgt gewoon je instinct."
Toch denkt Meeus dat het sommige sprinters wel eens tot bezinning kan dwingen. "In het verleden waren er renners die een lepe sprint durfden te rijden. Lichtjes afwijken als ze iemand voelden komen bijvoorbeeld."
"Als dat soort renners een paar keer bestraft zouden worden, dan is het aan hen om daar wel over na te denken. Maar of het dan de koers ook echt veiliger maakt ...?"