Denemarken op koers voor 4e (!) wereldtitel handbal op een rij, herboren Kroatië is uitdager in finale

In 2019 begon Denemarken aan zijn ongeziene hegemonie in het handbal. Het kroonde zich toen voor het eerst tot wereldkampioen, een titel die het in 2021 en 2023 verlengde.

Nu komt daar mogelijk een vierde wereldtitel op een rij bij. Op het WK - dat in Denemarken, Noorwegen en Kroatië wordt georganiseerd - gingen de Denen ongeslagen naar de knock-outs, waar ze in de kwartfinale komaf maakte met Brazilië.

Met Portugal trof de regerende olympische kampioen in de halve finale dé toernooirevelatie. De Portugezen hadden zich voor het eerst in hun geschiedenis bij de laatste vier geschaard. 

Zweden, Noorwegen, Spanje en Duitsland hadden hun tanden stuk gebeten op Portugal, een nieuw sprookje tegen Denemarken was een brug te ver.

Voor de rust beten de Portugezen zich goed vast in de machtige handbalnatie, maar tegen Denemarken moet je elke minuut het gaspedaal induwen en dat een uur lang.

Een loodzware opdracht, die Portugal niet kon volhouden. In de tweede helft ging de toernooirevelatie finaal kopje-onder op het WK. De titelverdediger won met 40-27, het grootste verschil ooit in een halve finale op het WK.

Met dank aan goalie Nielsen, de uitblinker van de wedstrijd.

In de finale zondagavond wacht met Kroatië nu de wereldkampioen van 2003. De Kroaten, terug van weggeweest, versloegen donderdag in hun halve finale Frankrijk na een thriller met 28-31.

In tegenstelling tot in 2023 konden de Belgische Red Wolves zich niet plaatsen voor de WK-eindronde.