Spring naar de inhoud

Beste prestatie in 100 jaar en nog nooit zoveel vrouwen: zo uniek zijn de 10 Belgische medailles in Parijs

Beste prestatie in 100 jaar en nog nooit zoveel vrouwen: zo uniek zijn de 10 Belgische medailles in Parijs
 zo 11 augustus 2024 17:51

De Olympische Spelen zijn afgelopen. Na een spetterende start en een mooie eindsprint strandt België op 10 medailles in Parijs. Team Belgium keert met 3 gouden, 1 zilveren en 6 bronzen exemplaren terug naar huis. Voor zo'n prestatie moeten we al terug naar 1924, toen ook in Parijs. Een historisch overzicht van Paris 2024. 

10 medailles, 7 dagen

Beter konden de Olympische Spelen niet beginnen. Remco Evenepoel (goud) en Wout van Aert (brons) schoten meteen raak in de tijdrit op dag 1. 

 

Evenepoel had de smaak te pakken, want een week later werd hij nog eens olympisch kampioen op de weg. De volgende dag ging Lotte Kopecky met brons aan de haal bij de vrouwen.

 

Tussendoor was er ook verrassend brons van judoka Gabriella Willems. Halfweg stond de teller op 5. 

 

Met 5 medailles op 3 dagen werd het totaal nog stevig aangedikt richting het einde. Fabio Van den Bossche (brons), Nafi Thiam (goud), Noor Vidts (brons), Sarah Chaari (brons) en Bashir Abdi (zilver) zorgden daarvoor. 

Graag scoren in Parijs

Neen, 10 medailles pakken is geen alledaagse prestatie. 

 

De laatste keer dat België het zo goed deed, was in 1924, exact 100 jaar geleden. Ook toen vonden de Spelen plaats in Parijs. 

 

Toen ging ons land met 13 medailles (3 keer goud, 7 keer zilver, 3 keer brons) naar huis. Dat was nog een pak minder dan vier jaar eerder in eigen land. België pakte in Antwerpen maar liefst 36 medailles. 

 

Als we die editie even vergeten, verzamelde België enkel minstens 10 olympische medailles na een tripje in Parijs. 

 

Naast 2024 en 1924 was er ook nog 1900. Tijdens die Spelen in Parijs stonden 15 Belgen op een olympisch podium. 

 

Voor 3 gouden medailles moeten we minder ver terug in de tijd. Drie jaar geleden was dat namelijk ook de balans in Tokio. 

Veel koers, veel vrouwen

De helft van de Belgische medailles zijn behaald op twee wielen: vier op de weg en één op de piste. Daarmee profileert België zich nog maar eens als echt koersland. 

 

Het doet denken aan de Olympische Spelen van 1996. Toen leverde judo 4 van de 6 medailles dankzij Ulla Werbrouck, Gella Vandecaveye, Harry Van Barneveld en Marie-Isabelle Lomba. 

 

Er is nog een andere trend: meer vrouwen. 

 

5 van de 10 Belgische medailles zijn te danken aan vrouwelijke atleten. Dat is niet onlogisch, want voor het eerst waren er evenveel disciplines voor vrouwen als voor mannen. 

 

Nog nooit pakten zoveel Belgische vrouwen een olympische medaille. In vooroorlogse tijden waren er namelijk heel wat minder vrouwelijke deelnemers. 

 

Deze editie is zeker eentje voor de Belgische geschiedenisboeken met het naoorlogs record. Voor de vierde Olympische Spelen op rij zijn er meer medailles dan 3 of 4 jaar eerder.

 

Met 8 4e plaatsen - de Belgian Cats, de Red Panthers, Lotte Kopecky, Nina Derwael, Tim Brys, eventing, Belgian Tornados en Belgian Waffles - had de hemel er nog rooskleuriger kunnen uitzien. 

 

Kan België nog beter in LA? Over 4 jaar weten we meer!