Baanbrekende ambities: Kopecky en co beginnen aan EK op de piste met vizier op de Olympische Spelen

Apeldoorn is de start van de laatste rechte lijn richting de Olympische Spelen. Het is het eerste toernooi van een vierluik, met na het EK ook nog 3 Nations Cups waar belangrijke punten te verdienen vallen.

"Het is belangrijk om te weten dat op een EK minder punten te verdienen zijn dan op een Nations Cup", zegt Sporza-commentator en pistedier Renaat Schotte.

"Concreet gaat het om 75% tegenover 100%, al tellen in de Nations Cup wel enkel de beste 2 resultaten."

Na Apeldoorn maken de pistiers een wereldreis die hen eerst in Adelaide brengt, daarna in Hongkong en ten slotte in Milton, Canada. "Om zich te plaatsen voor de Spelen zullen de Belgische baanwielrenners dus op 4 verschillende continenten moeten presteren."

Wie baanwielrennen in België zegt, denkt natuurlijk meteen aan Lotte Kopecky. Sinds 2021 won ze op de verschillende EK's en WK's twaalf medailles, waarvan acht gouden.

Op de Olympische Spelen zal Kopecky haar ambities op de weg moeten combineren met de piste, iets wat ze op het super-WK in Glasgow al met verve deed.

Wat nu al zeker is, is dat ze in Parijs aan het omnium zal deelnemen. Maar rijdt Kopecky ook de ploegkoers? Samen met Shari Bossuyt werd ze in 2022 wereldkampioen in de madison, maar Bossuyt zal er in Parijs zo goed als zeker niet bij zijn door een dopingschorsing.

Kopecky heeft dus 2 opties: ze schrapt de ploegkoers en bouwt zo wat rust in of ze doet toch mee met een minder ervaren renster, wellicht dan Katrijn De Clercq of Hélène Hesters.

Renaat Schotte: "In Apeldoorn wordt ze gekoppeld aan De Clercq. Dat betekent dat de ploegkoers nog niet van de baan is voor Kopecky. Anders zou ze dat hier niet rijden."

"Maar gezien de omstandigheden zal het omnium voor haar altijd op 1 staan op de Spelen."

"Kopecky pakt in Apeldoorn wel uit met een copieus menu, want tussen het omnium en de madison in rijdt ze nog de afvalling en de puntenkoers. En dat allemaal in amper 3 dagen."

"Het illustreert haar competitiehonger én haar liefde voor het baanwielrennen, waar het voor haar allemaal is begonnen. En ze kan ook elke dag winnen, op dat niveau zit ze tegenwoordig. Ze kan de koningin van Apeldoorn worden."

Als we naar de mannen kijken, dan zien we dat veel zal afhangen van de ploegenachtervolging, zeker met het oog op Parijs.

Het wordt kantje boord voor de Belgische mannen om als team de Spelen te halen. Momenteel staan ze 11e op de ranglijst, terwijl top 10 vereist is.

"Groot-Brittannië staat nog vlak boven België, die zullen ze nooit inhalen. Daar moeten we realistisch in zijn", nuanceert Renaat Schotte.

"China en Japan staan ook boven België en die zijn wel ongeveer van ons niveau. Maar zij zullen wellicht makkelijker veel punten kunnen scoren in hun continentaal kampioenschap, in Azië dus, dan de Belgen op het EK."

"Sowieso is dit een project dat is opgezet richting de Spelen van Los Angeles, in 2028. Daar moeten ze met een nóg sterkere ploeg kunnen staan."

Als België zich nu al met de ploeg kan plaatsen, heeft bondscoach Kenny De Ketele wel een probleem. Dan wordt ons land immers verplicht om voor de andere uithoudingsnummers - de ploegkoers en het omnium - renners te selecteren uit het kwartet van de achtervolging.

Renaat Schotte: "Ik ben ervan overtuigd dat België dan de renners die in aanmerking komen voor ploegkoers en omnium de achtervolging laat rijden. Ook al is dat op papier niet de beste ploeg."

Wat betekent dat De Ketele een deel van de jongens die de kwalificatie voor Parijs hebben afgedwongen, moet thuislaten. "Hartverscheurend, maar daarvoor is de ploegkoers te belangrijk. Daar heeft België wél medaillekansen."

Wat die ploegkoers betreft valt op dat in Apeldoorn niet voor de vaste tandem De Vylder/Ghys (de winnaars van de Zesdaagse van Gent) wordt gekozen, maar wel voor De Vylder/Van den Bossche. Een teken aan de wand voor Ghys?

"Ik zou daar niet te veel achter zoeken. Ik denk dat het deel uitmaakt van het plan om te zorgen dat er 3 jongens klaar staan voor Parijs. Van den Bossche is uiteraard de 3e man, maar het is logisch dat hij ook zijn topcompetitie krijgt. Ik denk dat Ghys hier perfect mee kan leven."

Jarenlang nam België slechts één sprinter (m/v) naar de kampioenschappen: Nicky Degrendele. Onder impuls van medebondscoach Tim Carswell werd een heus sprintproject op poten gezet.

Een jaar geleden zagen we daar de eerste vruchten van bij de vrouwen, met een ploeg voor de teamsprint. In Apeldoorn zien we ook het debuut van een team bij de mannen, met tieners Runar De Schrijver en Tjörven Mertens en BMX'er Mathijs Verhoeven.

"Ze nemen dit project bij Belgian Cycling heel erg au sérieux", weet Renaat Schotte. "Zo werd onlangs nog de Britse sprintcoach Jonny Mitchell aangetrokken."

"De medailles die behaald werden op de jeugdkampioenschappen zijn hoopgevend. Dit is het begin van een mooi verhaal."

"Het resultaat is nu van ondergeschikt belang, dit is een eerste dominosteen richting LA 2028 of Brisbane 2032. Misschien eindigen we dan wel met een wereldtopper en denken we aan dit moment terug."

"Want als Nederland kan uitpakken met een sprintgeneratie om u tegen te zeggen , dan kan een wielerland als België dat toch ook? Dat moet het voorbeeld zijn. Dit zijn vrij maakbare onderdelen, je moet alleen op een juiste manier rekruteren."

• Online: Elke avondsessie is met livestream te volgen op de site of via de app van Sporza. Elke middagsessie volgen we met tekst.

• TV: Elke avond begint de uitzending op Canvas en schakelt vanaf 20 uur over naar het kanaal van Ketnet. Renaat Schotte verzorgt het commentaar.

• Radio: Carl Berteele brengt vrijdag, zaterdag en zondag rechtstreeks verslag uit vanuit Apeldoorn, op Radio 1.