De wedstrijd tegen Polen als passend toonbeeld. Het EK van de Red Dragons was er een met ups en downs. De jonge volleybalploeg toonde bij momenten schitterend volleybal, maar liet het ook afweten tijdens cruciale fases. Voormalig bondscoach en commentator Dominique Baeyens vat het toernooi samen in sterktes, zwaktes en lessen.
Wat was de grote kracht van deze selectie?
Te beginnen met wat meer dan snor zat bij de Red Dragons: het aanvalsspel.
"Daar hebben ze getoond dat ze hun voet kunnen zetten naast die van heel wat toplanden", vindt Dominique Baeyens. "En dat er nog veel progressiemarge is."
"Ook het feit dat die ploeg begon te draaien na een moeilijke voorbereiding vol blessureleed en een zware eerste dobber tegen Italië, verdient erkenning."
Zonder hoekaanvaller Tomas Rousseaux misten ze een brok ervaring. Libero Martin Perin speelde geen enkele minuut voor hij naar het EK trok en Mathijs Desmet en Matthijs Verhanneman rekenden allebei af met een enkelblessure.
"De Dragons wisten dus echt niet waar ze aan toe waren. Maar ze hebben eerst karakter en later ook hun kwaliteiten getoond."
Waar lagen de zwakke punten bij de Dragons?
Bij de troef van jeugdige onbezonnenheid komt meteen ook de keerzijde van de medaille kijken: twijfels op het veld door tekort aan ervaring.
"Zeker in de topmatchen oogden sommige jongens toch wat onzeker en waren ze wat onder de indruk van de omstandigheden", oordeelt Baeyens. "Dat is deel van het ontwikkelingsproces dat je als jonge twintiger doormaakt op topniveau. De Dragons betaalden leergeld."
Dat verklaart de moeilijke start tegen Polen. Maar zeker in de sleutelwedstrijd tegen Duitsland, waar de Belgen een 2-0-voorsprong uit handen gaven, werd het pijnlijk duidelijk.
"Uit die wedstrijd komt heel wat frustratie voort. Als die gewonnen werd, zag het toernooi er misschien helemaal anders uit. Al kun je dat niet enkel op de Belgen afschuiven."
"Zowel Servië, Duitsland als Polen had een team vol ervaring, met dertigers die bagage meedragen van EK's, WK's en Olympische Spelen. Zij presenteren je de rekening bij het minste moment van twijfel."
Ik vind het opmerkelijk dat de Belgen maar één vaste middenman hebben.
De voormalige toptrainer ziet nog een minpuntje bij de Belgen.
"Wat ik wel opmerkelijk vind, is dat de Belgen maar één vaste middenman hebben, Wout D'Heer. Daar heb ik het toch wat moeilijk mee."
"Begrijp me niet verkeerd, Robbe Van de Velde deed het zeker niet slecht als talentvolle hoekaanvaller. Maar het is een heel ander gegeven voor de hele ploeg."
"Mensen beseffen niet wat voor een impact dat heeft op het spel, zowel in aanval als blok-verdediging. Setter Stijn D'Hulst heeft met een echte middenman zoals Elias Thys, die geregeld op de bank zat, een optie meer in aanval."
"Bij Roeselare zie je ook dat hij Pieter Coolman vaak aanspeelt, zelfs bij een mindere receptie. Ik hoor in de wandelgangen dat die laatste oren heeft naar een selectie richting olympisch kwalificatietoernooi. Dat zou een goede zaak zijn, want dit euvel moet toch opgelost raken."
Welke lessen trekken de Belgen na dit EK?
Dat Dominique Baeyens pleit voor een tweede vaste middenman bij de Red Dragons, is duidelijk. Hoe kijkt onze co-commentator naar het vervolg van het Belgische volleybalverhaal?
"Over het algemeen denk ik dat de volleyballiefhebber geen schrik moet hebben voor de toekomst van de Red Dragons."
"Oké, de verwachtingen liggen iets hoger dan een 1/8e finale, maar er komen interessante profielen aan uit de U19 en U21. Over twee jaar kunnen zij hun intrede maken en zijn jongens als Ferre Reggers (20), Wout D'Heer (22) en Mathijs Desmet (23) al verder gerijpt."
Ik hoop dat dit resultaat geen negatieve gevolgen met zich meebrengt, want er zit toekomstmuziek in.
En dan rest de vraag: wat wil Sam Deroo doen?
"Hij kan op zijn leeftijd natuurlijk nog wel wat aan, maar wil hij het ook blijven combineren met zijn club? Bij de Red Dragons was het nu iets te vaak net niet. Het is aan hem om te beslissen of hij zich wil blijven engageren voor dat project de komende zomers."
Dat het "net niet goed genoeg" was op dit EK, hadden de Belgen ook niet helemaal in de hand.
"Ik zie wat parallellen met het toernooi van de Yellow Tigers. Ook zij rekenden af met een moeilijke loting. Als je naar andere groepen keek, zat er gewoon veel meer in", besluit Baeyens.
"Ik hoop dat de prestaties van de nationale volleybalploegen geen negatieve gevolgen hebben op de subsidiëring van het volleybal, want er zit echt wel toekomstmuziek in. En er is nog werk aan de winkel."