Goud, groen en de regenboog: het grand cru-jaar van Lotte Kopecky in kaart gebracht

Wie na dit WK de prijzenkast van Lotte Kopecky moet afstoffen, werkt zich ongetwijfeld in het zweet. De Belgische speelt al het hele jaar de grote slokop en voegde daar in Schotland nog eens 3 gouden plakken aan toe.

Beginnen aan haar triomfreeks deed ze echter al op 25 februari in de Omloop Het Nieuwsblad. 2 weken later schreef ze ook Nokere Koerse op haar naam, maar met de Ronde van Vlaanderen heeft ze begin april de eerste echt grote vis van het jaar beet.

De zege in de Veenendaal-Veenendaal Classic vormt de laatste overwinning voor ze ook aan haar truienjacht begint. In de LOTTO Thüringen Ladies Tour pakt ze 2 etappes, de leiderstrui en de puntentrui.

Dwars door het Hageland blijkt slechts een tussendoortje op weg naar de Belgische kampioenschappen, want daar is haar honger duidelijk nog niet gestild. Kopecky claimt de Belgische driekleur in de tijdrit en op de wegrit.

Maar die driekleur zal ze niet lang dragen. In de Tour de France Femmes wint ze de openingsrit, waardoor ze bijna de hele Tour in het geel mag afwerken.

Als ze die uiteindelijk dan toch kwijtspeelt aan haar ploegmate Vollering, mag ze de groene puntentrui aantrekken en mee naar huis nemen.

En dan moet de allermooiste trui van allemaal nog toegevoegd worden aan die collectie. In Glasgow pakt ze eerst al 2 regenboogtruien - en de bijbehorende gouden medailles - op de piste, maar die regenboogtrui op de weg staat toch nog een trapje hoger.

De wereldtitel vormt het absolute orgelpunt van haar seizoen. Een jaar lang mag ze zwart-geel-rood dus inruilen voor de regenboog. En daar zal ze ongelooflijk trots op zijn.