Een speler die een boete krijgt na een rode kaart, moet die zelf betalen. Als de club de boete voor zijn rekening neemt, moet daar belasting op worden betaald, vindt de fiscus. "Ik heb het gevoel dat ze echt iets hebben gezocht om nog wat belastingen te kunnen heffen", oordeelt Thorsten Theys van KV Oostende.
In het kader van het onderzoek "Propere Handen" hebben alle profclubs hun boekhouding in detail moeten overmaken. Dé kans voor de fiscus om alles nog eens grondig onder de loep te nemen.
Daaruit bleek dat de clubs vaak de boetes voor rode kaarten voor hun rekening nemen, maar dan gaat het om een "voordeel alle aard". Vergelijk het met een bedrijfswagen: de werknemer geniet er een privévoordeel van en daar moet belasting op worden betaald.
Thorsten Theys, chief operating officer bij KV Oostende, noemt het "overdreven". "Puur fiscaal heeft de fiscus 100 procent gelijk", zegt hij. "Maar ik heb toch het gevoel dat ze echt iets hebben gezocht om nog wat belasting te kunnen heffen."
"Ik vraag me af of de fiscus even coherent zal zijn bij de amateurclubs? En als je het dan doortrekt, dan zou er bijvoorbeeld ook een voordeel alle aard moeten worden gerekend op de maaltijden die de spelers krijgen op de clubs."
Als je dit doortrekt, dan zou er bijvoorbeeld ook een voordeel alle aard moeten worden gerekend op de maaltijden die de spelers krijgen op de clubs.
KV Oostende betaalt zelf ook de boetes van spelers die een kaart kregen "puur om sportieve redenen". "Ik vermoed dat we dat ook niet zullen veranderen", aldus Theys. "Al zullen we dan iedere keer een fiche opmaken voor de speler, zodat die daar dan belasting op kan betalen."
"Maar het is toch overdreven om een belasting te innen op een boete die eigen is aan het voetbal. Zeker omdat er de mogelijkheid is dat die kaart er komt door een te strenge beoordeling van de scheidsrechter."
Theys heeft zelf al een oplossing. "We gaan aan de voetbalbond vragen om de boetes voor kaarten voortaan aan de clubs te richten en niet meer aan de individuele speler."