Pauwels Sauzen-Bingoal domineert in het veld: "We kijken nog niet naar december"
De veldritbubbel landt na uitstapjes in de VS en in Tsjechië dit weekend weer op Belgische bodem. Pauwels Sauzen-Bingoal heeft tot dusver zowat alles opgekuist. Zegt dat iets over de sterkte van het team of over het gebrek aan concurrentie in het veld?
Het is een plaat die blijft hangen: Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Tom Pidcock zijn nog niet in het veld te zien. Tijdens hun afwezigheid is Pauwels Sauzen-Bingoal dominant, dit seizoen zelfs alomtegenwoordig.
"We hebben er alles aan gedaan om goed te beginnen, maar dit kon je moeilijk incalculeren", glundert ploegbaas Jurgen Mettepenningen toch een beetje.
"We hebben al 11 tv-crossen gewonnen: dat is ongezien. Door een gebrek aan concurrentie? Je mag geen afbreuk doen aan Laurens Sweeck of Lars van der Haar. Ook zij kunnen grote crossen winnen."
De teammanager wil deze reeks zo lang mogelijk rekken. Want vroeg of laat duiken de toppers (in principe) toch weer op.
"Ik weiger om naar december te kijken", klinkt het stellig. "Dat zien we dan wel. De klassementen zijn belangrijk voor ons en tegen die periode kunnen we die al min of meer veiligstellen."
"We winnen ze liefst allemaal: Wereldbeker, Superprestige en X²O. En we willen een trui. We hebben het recht om die ambitie uit te spreken."
Eli Iserbyt: "Dit is het moment om te oogsten"
Eli Iserbyt heeft als uithangbord van het team zijn start niet gemist met WB-winst in Waterloo, Fayetteville en Tabor.
"Dit is ook wel het moment om te oogsten en ik wil de Wereldbeker winnen", zegt de West-Vlaming.
"Mijn conditie is heel goed en ik ben zelf ook een klein beetje verrast. Van maart tot eind juni heb ik bijna niets kunnen doen (door een blessure, red) en dan is er altijd twijfel, want september komt snel."
Iserbyt straalt vertrouwen, frisheid, vinnigheid en rust uit. "Het loopt allemaal verrassend vlot en soms valt de euro de goeie kant op."
Al speelt ook het gebrek aan tegenstand een rol, of niet? "De renners van de tweede rij zoals Tim Merlier en Gianni Vermeersch rijden nu meer op de weg."
"Nu moet de jeugd het doen. Het verschil is groot en hopelijk wordt dat verkleind. Maar met 4 à 5 crossers in verschillende teams rijden we tegen elkaar en krijgen we mooie crossen."
En de klassieke Van Aert-vraag? "Die heb ik nog verrassend weinig gekregen. De mensen zijn het nu al een beetje gewoon dat ze er niet bij zijn. Maar het wordt leuk als ze terugkeren."
Met 4 à 5 crossers in verschillende teams rijden we tegen elkaar en krijgen we mooie crossen.
