Code rood voor de topfavorieten. Vandaag dendert het Tour-peloton overbijna 20 kilometer kasseien, verspreid over elf stroken. In het verleden bleek dat steeds een dodelijke combinatie voor heel wat klassementsrenners. Een overzicht.
2018 - De helletocht van Bernal
De term mini-Parijs-Roubaix was allerminst gelogen. In rit 9 van de Tour 2019 kreeg het peloton maar liefst 21,7 kilometer kasseien voorgeschoteld. Onder andere de historische sectoren van Mons-en-Pévèle en Camphin-en-Pévèle.
John Degenkolb zou triomferen, terwijl het in de achtergrond slachtoffers regent.
BMC-kopman Richie Porte valt nog voor de eerste kasseistrook ook, wat later zou zijn ploegmaat Tejay van Garderen volgen. Topfavoriet Chris Froome gaat (zonder veel erg) eveneens uit een bocht.
Debutant Egan Bernal was op dat moment al aan een helletocht bezig. De talentvolle Colombiaan - onvertrouwd met kasseien - gaat enkele keren tegen de grond. En tijdens een zoveelste achtervolging knalt hij ook nog eens op een abrupt remmende volgwagen.
Naar verluidt liep Bernal, die ruim 16 minuten verliest in de rit, toen twee gebroken vingers op. In Parijs komt hij ongeveer vijf minuten te kort voor de witte trui.
2015 - Martin en Pinot slachtoffers
De zeven kasseistroken naar Cambrai moésten wel voor problemen zorgen. Toch viel het bilan bijzonder goed mee: Dan Martin mocht zijn klassementsambities opbergen na een vroege val en ook Thibaut Pinot verloor ruim 3 minuten door materiaalpech.
De andere klassementsmannen zoals Chris Froome, Alberto Contador en Vincenzo Nibali maakten zowaar oorlog vooraan. Toch was het Tony Martin die met de ritzege ging lopen door een perfect getimede aanval.
2014 - Slagveld met Froome als grootste slachtoffer
"Kasseien in de Tour? Dat doet de alarmbellen voor mij wel rinkelen."
Het waren profetische woorden van Chris Froome op de Tour-presentatie van 2014. En dan wist de Brit nog niet dat het die dag bijzonder zwaar zou regenen in de rit van Ieper naar Arenberg. Twee kasseistroken zouden zelfs geschrapt worden door het slechte weer.
Een garantie op een legendarische Tour-rit, die vooral Froome zich nog lang zou herinneren. De titelverdediger stapte na twee valpartijen ontgoocheld uit de wedstrijd.
Ook andere favorieten zagen hun kansen op de eindzege flink slinken. Alberto Contador - totaal onvertrouwd met natte kasseien - verloor ruim twee minuten.
Wie zich wel als een vis in het water voelde: Vincenzo Nibali. De Italiaan eindigt derde, na winnaar Lars Boom en Jakob Fuglsang, en legt de basis voor zijn latere Tour-zege.
2010 - Gemengde gevoelens bij de broertjes Schleck
Ook in 2010 proefde het peloton van de kasseien rond Roubaix. Vooral bij Team Saxo Bank zorgde dat voor gemengde gevoelens.
Zo moest Frank Schleck opgeven met een sleutelbeenbreuk na een zware val. Daartegenover stond dat Fabian Cancellara het geel heroverde én dat broertje Andy een goeie zaak deed in het klassement.
De Luxemburger pakte samen met Cadel Evans flink wat tijd op de concurrentie. Alberto Contador en Bradley Wiggins kregen een minuut aan de broek gesmeerd. Lance Armstrong incasseerde zelfs ruim het dubbele na een lekke band op een slecht moment.
Nog dit: Thor Hushovd won na een knap nummertje de rit.
2004 - Euskaltel-duo verliest Tour
Iban Mayo en Haimar Zubeldia. Een jaar eerder waren ze nog de nummers zes en vijf in het eindklassement van de Tour. Alleen hadden de Basken van Euskaltel in de volgende editie niet op kasseien gerekend.
De oranje mannetjes leverden haast vier minuten in op de andere favorieten. Ook de Rus Dennis Mentsjov, de Colombiaan Santiago Botero en de Australiër Michael Rogers verliezen tijd op de andere favorieten door ellende op de kasseien.
Een klein peloton sprint uiteindelijk voor de dagzege, met de Fransman Jean-Patrick Nazon die sneller is dan Erik Zabel en Robbie McEwen. Op plek vier? Tom Boonen.