Spring naar de inhoud

De kermiskoers, een uitstervend ras door de eivolle kalender: "En je vult er je portemonnee niet mee"

De kermiskoers, een uitstervend ras door de eivolle kalender: "En je vult er je portemonnee niet mee"
 ma 6 juni 2022 12:32

Remco Evenepoel heeft op zijn 22e al een fraai palmares en sinds dinsdag staat ook Gullegem Koerse op zijn erelijst. Dat is "slechts" een kermiskoers, maar de kermesse behoort tot het erfgoed van de Belgische wielersport. Al zijn de kermiskoersen anno 2022 een uitstervend ras. Waarom dreigt dat stukje traditie van de koerskalender te verdwijnen? 

"Ik doe het gewoon graag en ik probeer er redelijk veel te rijden per jaar. Het is zoals vroeger: met je familie naar de koers gaan."

 

Oliver Naesen (31) kon afgelopen dinsdag voor het eerst een extra familielid meenemen naar Gullegem. Tijdens Gullegem Koerse werd hij - nu ja - aangemoedigd door kersvers dochtertje Alice.

 

Naesen was niet de enige publiekslieveling in West-Vlaanderen. De 78e editie van Gullegem Koerse strikte een bijzonder fraai deelnemersveld met ook nog onder meer Remco Evenepoel (de uiteindelijke winnaar), Greg Van Avermaet, Niki Terpstra en Sep Vanmarcke.

 

Het leert ons iets over de status van die koers, opgericht in 1944, maar anderzijds mag het ook niets verbloemen: de kermiskoers zoals we die in ons land kennen is met uitsterven bedreigd. 

Als prof koers je al pakweg 80 dagen en je kunt er dan geen 10 meer aan toevoegen. Daar wordt jouw werkgever ook niet blij van.

Oliver Naesen over de teloorgang van de kermiskoersen

De renners die er dinsdag bij waren bevestigen de trend en in hun argumentatie klinkt zelf ook teleurstelling bij de gang van zaken. Al is er grotendeels sprake van overmacht, een professionele noodzaak als het ware.

 

"Deze koersen zijn zeker na corona nog veel meer bedreigd", weet Sep Vanmarcke (33), "want steeds minder profs van de grote ploegen nemen hier aan deel. Waarom? Als renner is je seizoen volgeboekt met koersen én stages, veel meer dan vroeger."

 

"Ik probeer er elk jaar zoveel mogelijk te rijden", herhaalt Oliver Naesen nog eens. "Mere, Berlare, Puivelde en Heusden. Die koersen overleven nog."

 

"Maar ook voor die organisatoren is het zo duur geworden en onze kalender zit inderdaad vol."

 

"Als prof koers je al pakweg 80 dagen en je kunt er dan geen 10 meer aan toevoegen. Daar wordt jouw werkgever ook niet blij van."

"Het is knallen van start tot finish"

Een eivolle internationale koerskalender doet de folklore dus afbrokkelen. Nochtans is zo'n kermiskoers geen lachertje en al zeker geen tussendoortje. 

 

"Het is altijd een zeer intense koers", bevestigt Greg Van Avermaet (37).

 

"Je verleert het een beetje als oudere renner. In mijn beginjaren was ik hier heel goed in. Je rijdt hier veel als jeugdrenner en dan ben je nog explosief. Met je leeftijd neemt dat element af, hé."

 

"Zo'n kermiskoers is draaien en keren, voortdurend optrekken. Het is dus veel specifieker dan een andere koers", zegt de voormalige olympische kampioen. 

 

"Het is knallen van start tot finish. Ze horen bij de meest intense koersen in een seizoen", vult zijn ploegmakker en maatje Naesen aan.

Kermiskoersen werden vroeger gebruikt om je conditie bij te schaven, maar ze gaan er nu van tussen omdat men geprogrammeerd traint met hoogtestages.

Rik Van Slycke, ploegleider Quick Step-Alpha Vinyl

"Onderschat zo'n kermiskoers dus zeker niet: je rijdt hier niet gewoon mee", zegt Rik Van Slycke, als ploegleider van Quick Step-Alpha Vinyl gepokt en gemazeld in de wielersport.

 

En net die eigenschap kan ook nefast zijn voor het deelnemersveld. "Wil je zo'n prikkel dan bijvoorbeeld tijdens een opbouwfase? Het programma van elke renner is zo uitgebalanceerd dat je weinig zaken nog kunt toevoegen."

 

Eten, slapen en trainen: naast de wedstrijddagen is dat het leven van de prof. "De structuur van een ploeg is zo opgebouwd dat renners meer specialiseren: als ronderenner of man voor de klassiekers piek je naar bepaalde periodes."

 

"Kermiskoersen werden vroeger gebruikt om je conditie bij te schaven, maar ze gaan er nu van tussen omdat men geprogrammeerd traint met hoogtestages."

Geen financieel plezierritje? "Als renner moet je soms bijleggen"

Het nostalgische en volkse karakter van een kermiskoers is dus geen doorslaggevend argument meer. 

 

"Nochtans is dit de basis. Zo zijn we als jonge renner groot geworden", mijmert Dries Van Gestel (27), dit voorjaar 3e in Gent-Wevelgem.

 

"Bij de nieuwelingen of aspiranten was je koers een kermiskoers en omgekeerd. Dat ging om een plaatselijke ronde van 8 of 9 kilometer met je grootouders langs de kant. Als je ziet hoeveel volk hier op een dinsdag in Gullegem staat, dan zou het jammer zijn als zulke koersen verdwijnen."

Charme is één deel van de puzzel, maar met charme komt er natuurlijk geen brood op de plank. Iedereen moet de tering naar de nering zetten, organisatoren én renners.

 

Voor de inrichter van een kermiskoers is zo'n koers bekostigen een huzarenstukje, voor de renners is het tegenwoordig door de hoge belastingsdruk ook geen plezieruitstapje.

 

Rik Van Slycke: "Spijtig genoeg is het voor de renners nu financieel niet echt interessant meer om die kermiskoersen te rijden. Van hun startgeld gaat een groot deel naar de fiscus. Renners rijden deze koersen alleen nog om hun fans te plezieren."

 

"Als Belgische ploeg zijn wij respect aan de organisatoren verschuldigd en vaardigen we altijd een mooie delegatie af naar Gullegem, maar onze renners nemen niet te veel in hun portemonnee mee naar huis."

 

Klopt dat, Dries Van Gestel? "Ja, al ben ik daar niet zo in thuis. Dat is iets voor mijn boekhouder", lacht onze landgenoot in Franse loondienst.

 

"In sommige gevallen leg je als renner zelf bij, ja", bevestigt Greg Van Avermaet. 

 

"Je moet er iets aan overhouden en het moet passen in je planning, maar ik beschouw dit ook als een goeie training. En ik reed hier dit jaar voor het eerst met mijn neefje. Dat is ook leuk. Het is mooi om zulke tradities in stand te houden."

Spijtig genoeg is het voor de renners nu financieel niet echt interessant meer om die kermiskoersen te rijden. Van hun startgeld gaat een groot deel naar de fiscus.

Rik Van Slycke, ploegleider Quick Step-Alpha Vinyl

Gerelateerd: