Is de code van het slot op de Afrikaanse wielerdeur eindelijk gekraakt? De overwinning van Biniam Girmay (21) in Gent-Wevelgem wordt door Jan en alleman bejubeld. Er is het persoonlijke succes voor de parel van Intermarché-Wanty-Gobert, maar het peloton hoopt dat dit ook de katalysator kan zijn voor de Afrikanen in de wielersport. Maar hoe realistisch is die ambitie?
Eindelijk!
Het was zowat de term die gisteren in de Vanackerestraat in Wevelgem het meest gebezigd werd.
Eindelijk heeft een Afrikaanse renner een topkoers gewonnen. Niet een tweederangskoers die onder de radar blijft, wel een topklassieker in de bakermat van de wielersport.
Op zijn 21e heeft Biniam Girmay, een parel uit Eritrea, het geflikt.
Met zijn overwinning volgt het voorlopige hoogtepunt van de Afrikaanse hemelbestorming, een ambitie die al langer brandt in het peloton, maar op een schaars steekvlammetje na nooit uitgroeide tot een uitslaande brand.
Het is de perfecte voorzet richting het WK wielrennen van 2025 in Rwanda.
Zuid-Afrikaanse voorlopers, Qhubeka-project dooft uit
Nochtans zijn profwielrenners uit het Afrikaanse continent geen uitzondering. Al had vooral Zuid-Afrika een streepje voor in het begin van deze eeuw.
Robert Hunter (44) reed tussen 1999 en 2013 bij topteams als Mapei, Rabobank en Phonak en won een rit in de Tour en twee etappes in de Vuelta.
Daryl Impey (37) fietst in de herfst van zijn carrière voor Israel-Premier Tech en werd in de Tour van 2013 de eerste Afrikaanse geletruidrager.
Bij Intermarché-Wanty-Gobert ligt ook Louis Meintjes (30) onder contract. De klimmer eindigde in 2016 en 2017 8e in de Tour de France, maar is de jongste jaren op zijn limieten gebotst.
De Zuid-Afrikanen vonden de jongste jaren iets makkelijker hun weg naar het profpeloton, in de andere landen van het Afrikaanse continent bleef het meestal beperkt tot eenlingen.
Douglas Ryder probeerde daar vanaf 2013 verandering in te brengen met zijn MTN-Qhubeka. Het ging niet louter om een wielerteam, maar veeleer om een totaalproject dat de fiets op de kaart moest zetten in Afrika.
De liefdadigheidsstichting verdeelde fietsen onder de kansarmen in het Afrikaanse continent en integreerde Afrikaanse renners mondjesmaat in het peloton. Een eerste climax volgde in 2015 met de Eritreeër Daniel Teklehaimanot in de bolletjestrui.
De ploeg moest met de jaren echter meer en meer op twee gedachten hinken: om de deuren te openen, waren ook toprenners - lees: Europeanen met een staat van dienst - nodig.
Zo hielden onder meer Mark Cavendish, Serge Pauwels en Victor Campenaerts de ploeg het voorbije decennium in leven en verdampte het ideaalbeeld.
Eind vorig jaar viel het doek zelfs definitief na het zoveelste aanslepende sponsordossier.
De "lekkere" rijsttaartjes tijdens Gent-Wevelgem
Het Qhubeka-project is geïmplodeerd, maar nog niet helemaal. Teambaas Ryder heeft zijn opleidingsploeg nog niet begraven en wil jonge Afrikaanse renners laten rijpen in Italiaanse koersen.
Al is er natuurlijk geen garantie dat in die vijver een toptalent als "Bini" Girmay ontdekt wordt.
De opmars vanuit Afrika wordt ook vaak afgeremd door administratieve, financiële en diplomatieke beslommeringen, denk maar aan visumproblemen, corruptie of lokale conflicten.
Of door heimwee, waar ook Girmay tijdens zijn doop in het UCI-center niet aan ontsnapte. Het is ook de reden waarom hij ondanks zijn hoogvorm vandaag toch al op het vliegtuig stapt.
Hij is een echte coureur. De basisdingen zitten erin, de zijkanten moeten we nog bijslijpen.
Bovendien kunnen de Afrikaanse coureurs hun gebrek aan stielkennis niet in 1, 2, 3 uitwissen.
Bij Intermarché-Wanty-Gobert getuigden ze gisteren nog eens over het unieke karakter van de zege van Girmay.
"De Kemmelberg of de Baneberg? Hij kent ze niet. Hij heeft geen parcourskennis. Hij wist vrijdag zelfs niet dat er kasseien op de Oude Kwaremont lagen", getuigden zijn ploegmaats.
"Hij zegt amper iets", vulde ploegleider Hilaire Van der Schueren in Het Nieuwsblad aan.
"Tijdens de wedstrijd is hij om een rijsttaartje komen vragen en hij nam er nog een tweede. Lekker, hé: dat is ongeveer alles wat hij gezegd heeft.”
Performance manager Aike Visbeek: "Hij is een echte coureur. De basisdingen zitten erin, de zijkanten moeten we nog bijslijpen."
Staat met Natnael Tesfatsion de volgende diamant klaar?
De tweede of zelfs derde generatie Afrikaanse renners kan zich dus optrekken aan de oerknal van gisteren. Schrik bijvoorbeeld niet als u binnenkort Natnael Tesfatsion beter leert kennen.
De 22-jarige klimmer uit Eritrea ligt onder contract bij Drone Hopper, de ploeg van de flamboyante Gianni Savio, en werd afgelopen week 9e in de zware Coppi e Bartali.
Hij kan altijd in de leer gaan bij Merhawi Kudus (Eritrea, EF-EasyPost), Amanuel Ghebreigzabhier (Eritrea, Trek-Segafredo) en Tsgabu Grmay (Ethiopië, BikeExchange).
Met een beetje geluk is de trein nu echt vertrokken. En krijgt het project van Ryder en Qhubeka dan toch de tastbare resultaten dat het verdient.