De hel van Sclessin heeft een andere betekenis gekregen. Voetbalinstituut Standard Luik belandde in sneltempo van de Belgische top in het vagevuur. Met bloedrode financiën, sportieve tristesse en een onzekere toekomst. Hoe is het zo fout kunnen lopen?
A trip down memory lane. In 2009 volgt Standard zichzelf op als landskampioen na memorabele testwedstrijden tegen Anderlecht. Een kolkend Sclessin viert helden als Steven Defour, Axel Witsel en Dieumerci Mbokani. Luik is de voetbalhoofdstad van België geworden.
13 jaar later kan het contrast onmogelijk groter zijn. De Rouches kamperen op een troosteloze 14e plek in het klassement. Supporters gaan openlijk in de clinch met het clubbestuur, vedettes om te verafgoden zijn er al lang niet meer.
Over het exacte kantelmoment verschillen de meningen. Veel supporters wijzen met een beschuldigende vinger naar Roland Duchâtelet, maar onder zijn bewind was het sportieve en financiële verval nog beperkt.
Pas na de verkoop aan de Luikse ondernemer Bruno Venanzi in 2015 versnelt het aftakelingsproces aanzienlijk. Dat zag ook journalist en Standard-kenner Alain Ronsse.
“Duchâtelet moest een pak geld uit de club halen om een verkoop aan Venanzi - dat is geen Paul Gheysens of Bart Verhaeghe - mogelijk te maken. Vergelijk het met iemand die zich geen luxewagen kan permitteren en de voorganger er dan maar de zetels en het stuur uithaalt.”
De Grote Verlosser
Venanzi moet de gestripte wagen op koers houden. Alleen is hij een chauffeur zonder enige ervaring op de verraderlijke voetbalwegen. Het laat zich onder meer voelen in het transferbeleid.
Wat zeggen u de namen Mohamed Yattara, Darwin Andrade, Carlinhos en Duje Cop? Allemaal dure miljoenentransfers die amper rendement opleverden.
En naast een duiventil voor spelers groeit Standard ook uit tot trainerskerkhof. Slavo Muslin, Aleksandar Jankovic, Yannick Ferrera, Sá Pinto… Die laatste twee zorgen nog voor een Belgische beker op het palmares, maar die trofeeën maskeren een nieuwe realiteit.
In de zomer van 2018 heerst er toch euforie in Luik. Michel Preud’homme wordt als Grote Verlosser weer in de armen gesloten. Het clubicoon wordt hoofdtrainer, sportief directeur én vicevoorzitter.
Alleen kan Preud’homme de torenhoge verwachtingen niet inlossen. De Rouches halen met hem voor de dug-out wel twee keer Play-off I, maar eindigen ver van de hoofdprijs. Nadien blijft MPH nog even aan boord als sportief adviseur. Alleen is er amper financiële ruimte om degelijke aanwinsten binnen te halen. In juli 2021 gaan beide partijen met stille trom uit elkaar.
“Die periode is een afgang geweest voor Preud’homme”, blikt Ronsse terug. “Weet je, Michel functioneert zeer goed met een harde leiding boven zich. Zoals met Luciano en Dominique D’Onofrio, maar ook onder Ivan De Witte - Michel Louwagie en Bart Verhaeghe - Vincent Mannaert. Bij Standard waren die knowhow en contacten van bovenaf er niet. Michel moest te veel hooi op zijn vork nemen.”
Lege doos
Ondertussen blijven de floptransfers met torenhoog loonstrookje zich opvolgen - Obbi Oulare (3,4 miljoen) en Aleksandar Boljevic (2,2 miljoen) om er maar twee te noemen. Het resulteert in bloedrode jaarrekeningen met dramatische financiële cijfers. Op de laatste prijkt een historisch hoog verlies van 20 miljoen euro.
Standard moet op herexamen voor de licentiecommissie, krijgt transferverboden opgelegd en goochelt met immo-constructies (aan torenhoge rentelasten) om geld binnen te halen.
Het weerspiegelt zich ook op het veld. Standard neemt in oktober afscheid van trainer Mbaye Leye na een 13 op 30. Zijn opvolger Luka Elsner doet het allerminst beter en prijkt momenteel op een dramatische 14e plek - het is niet de vraag óf zijn C4 er komt maar wanneer.
De nieuwe overnemer koopt een lege doos met wat rommel in.
Alleen een kapitaalkrachtige overnemer - het Noord-Amerikaanse JKC Capital is topkandidaat - kan de vrije val van Standard Luik nog stoppen. "Maar de nieuwe eigenaar koopt sowieso een lege doos met wat rommel in", haalt Ronsse de schouders op.
"Je hebt alleen de jeugdacademie, want het stadion is verkocht en de ploeg op de rails krijgen kost 50 à 60 miljoen euro. Met alle respect: nieuwkomers zoals Gilles Dewaele, Joachim Van Damme en Renaud Emond zijn jongens om de ploeg in eerste te houden. En je kijkt toch ook niet op naar mannen als Noë Dussenne en Konstantinos Laifis? Het is vaak de 20-jarige Nicolas Raskin die anderen de les moet spellen..."
Het voetbal in de Vurige Stede is een klein waakvlammetje geworden. Al gelooft Ronsse dat er niet veel nodig is om dat weer te laten aanwakkeren. "Want Standard blijft een verkoopsargument", verzekert Ronsse.
"Succes of miserie: het blijft één van de drie topclubs die fans heeft in het hele land. Er komt nog altijd elke thuismatch een supportersbus vanuit Rumbeke naar Sclessin. Dat kunnen ze bij Antwerp, KAA Gent of Racing Genk toch niet zeggen?"
Nu nog iemand vinden die de aansteker bovenhaalt.