De eerste flinke transfer van deze wintermercato is gerealiseerd door FC Barcelona. Het legt minstens 55 miljoen euro op tafel om Ferran Torres (21) los te weken bij Manchester City. Dat net Barça zo'n bedrag kan ophoesten, is best opvallend gezien de belabberde financiële situatie van de Catalaanse club.
Ferran Torres ruilde in 2020 Spanje in voor Engeland. Het jeugdproduct van Valencia wilde ontbolsteren onder de vleugels van Pep Guardiola, maar nu staat hij dus al terug in zijn vaderland.
Torres tekende een contract van vijf jaar bij Barcelona. De Catalanen betalen 55 miljoen euro, maar gespecialiseerde media weten dat die som nog kan aandikken met 10 miljoen euro.
City doet op die manier een gouden zaak, want het betaalde in augustus vorig jaar op zijn beurt 25 miljoen euro.
Wanneer Torres het shirt van zijn nieuwe werkgever kan aantrekken, is niet duidelijk. De Spaanse spits ligt al sinds oktober in de lappenmand.
Bovendien moet Barcelona nog wat huiswerk maken om het debuut van Torres te kunnen voltrekken.
In de Spaanse competitie heerst namelijk een salarisplafond, een maatregel die de plannen van Barça al meermaals gedwarsboomd heeft.
De club zou budgettaire ademruimte moeten afdwingen om Torres te kunnen inschrijven. Zo worden dure vogels als Philippe Coutinho en Samuel Umtiti naar de uitgang gemasseerd.