Minister van Financiën Vincent Van Peteghem heeft zijn voorontwerp voor een fiscale programmawet herwerkt na de felle kritiek vanuit de voetbalwereld 2 weken geleden. Van Peteghem deed het flink ingeperkte belastingvoordeel x3, maar de voorwaarde blijft wel dat die centen voor jeugd en infrastructuur ingezet worden. Dat schrijft De Morgen. De Pro League reageert met twee eenvoudige alternatieven.
De 6 voetbaltopclubs in België, maar ook MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, schreeuwden 2 weken geleden moord en brand, toen bleek dat de clubs vanaf 1 januari nog maximum 4 miljoen euro korting zouden krijgen op hun belastingen.
Met die taxshift wilde de minister de bestaande en scheefgetrokken belastingvoordelen van de voetbalclubs - die samen rond de 100 miljoen euro per jaar bedraagt - rechtvaardiger maken.
Anderlecht, Club Brugge, Standard, Gent, Genk en Antwerp riepen "het failliet van de sector uit met een recurrente impact tot 170 miljoen euro". De Pro League en de Belgische voetbalbond stonden ook op hun achterste poten. Die fiscale voordelen liggen aan de basis van het succes van de Rode Duivels en de Belgische clubs in Europa, klinkt het. Anders is het daarmee gedaan.
De minister luisterde naar hun verzuchtingen, net als die van andere sporttakken, maar ook naar een impactanalyse en het advies van de Raad van State.
6 miljoen euro voor jeugd, 6 miljoen euro voor infrastructuur
Op dit moment moeten clubs slechts 20 procent van de normale belastingen betalen op spelerslonen. Met de overige 80 procent mogen ze eigenlijk doen wat ze willen.
In zijn eerste voorontwerp legde de minister een belastingvoordeelplafond van 4 miljoen euro op per club, daardoor zouden de 6 topclubs samen 37 miljoen euro per jaar verliezen.
De minister doet dat in zijn nieuwe voorstel maal 3, tot 12 miljoen euro. Enkel Anderlecht zou - gekeken naar de inkomsten van 2019-2020 - zo nog 3 miljoen verliezen.
De verstrengde bestedingsvoorwaarden blijven wel dezelfde: 6 miljoen euro moet naar de jeugdopleiding gaan, 6 miljoen naar infrastructuur. "Ik heb er geen probleem mee dat clubs geld verdienen. Maar het geld dat ze van de overheid krijgen, moet dienen voor wat wij belangrijk vinden”, stelt de minister in De Morgen.
Het voorstel wordt vrijdag besproken bij een tweede lezing van de programmawet. Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) werkt nog aan een hervorming van de RSZ-bijdragen voor professionele sporters.
De 2 hervormingen samen moeten 43 miljoen euro opleveren voor de begroting, er wordt gemikt op 30 miljoen via RSZ-bijdragen en 13 miljoen via andere fiscale maatregelen. Het is de bedoeling dat beide hervormingen op 1 januari ingaan.
Pro League reageert met 2 eenvoudige alternatieven
De Pro League heeft al snel gereageerd op het nieuwe voorstel. De vereniging van profclubs in België vreest dat de huidige hervormingsplannen van het fiscaal stelsel en de RSZ-regeling voor profsporters onomkeerbare schade zal toedienen aan het Belgisch voetbal.
De vereniging herhaalt de ambitie van 43 miljoen euro van de federale regering te aanvaarden. De Pro League benadrukt dat dat bedrag meer dan 11 procent uitmaakt van de jaaromzet voor corona.
"De wijze waarop en de timing van invoering (mid-season en in covid-tijden) zijn voorwerp van overleg met de kabinetten", luidt het in een communiqué.
De Pro League hamert op het principe dat de hervormingen de financiële draagkracht van de clubs niet in het gedrang mogen brengen en niet mogen leiden tot de verhuizing van profs naar het buitenland.
"De Auditeur-Generaal voor de licenties (Nils Van Brantegem, red) heeft de totale impact van de nieuwe teksten van de minister begroot op minstens 27 miljoen euro. Deze 27 miljoen is samengesteld uit meerdere componenten: 7 à 9 miljoen waarover geen discussie meer bestaat, maar daarnaast een aanpassing van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing waar wij een andere visie op hebben."
"De nieuwe teksten houden een grondige hervorming in van het systeem. Wij vrezen dat deze maatregelen zowel kleine als grote clubs midscheeps kunnen treffen in hun begrotingen en overlevingskansen."
"Het is voorspelbaar dat de investeringen in de jeugd eerder zullen teruglopen dan stijgen."
Wij pleiten ervoor op juridisch vlak zeer voorzichtig op te treden en de tijd te nemen die noodzakelijk is.
De Pro League concludeert dan ook: "Wij pleiten voor eeneenvoudigere benadering die dichter bij de bestaande regeling staat, en slechts één element wijzigt teneinde de budgettaire doelstelling te realiseren."
De Pro League doet 2 concrete, niet-cumuleerbare voorstellen:
- Alternatief 1: "Aanpassing van de leeftijd waaronder geen bestedingsplicht (aan jeugd, infrastructuur, red) vereist is van 26 naar 23 jaar. Deze maatregel heeft een impact van 6,5 miljoen euro."
- Alternatief 2: "Aanpassing van het percentage van vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing van 80% naar 75%. Dit heeft eenimpact van 7 miljoen euro."
De Pro League is bovendien bezorgd over de juridische houdbaarheid van het ministeriële voorstel. De subsidieregeling voor de sportsector werd nooit als staatssteun aangemeld bij Europa. Als het plafond van de fiscale subsidies opgetrokken wordt van 4 naar 12 miljoen euro, dreigt er misschien terugvordering van die steun, is de gedachte.
'Wij pleiten ervoor op juridisch vlak zeer voorzichtig op te treden en de tijd te nemen die noodzakelijk is", besluit het persbericht.