De regering-De Croo heeft vanochtend een definitief akkoord over de begroting bereikt. Er wordt ook gesleuteld aan de felbesproken fiscale voordelen van topsporters, vooral voetballers. Die zullen meer sociale bijdragen moeten betalen.
De regering rekent op een opbrengst van 43 miljoen euro door die extra sociale bijdragen. Dat is meer dan de 30 miljoen euro die premier De Croo naar voren schoof, maar minder dan de 100 miljoen waar andere partijen op aanstuurden.
De bijdrage van een profvoetballer werd tot nu berekend op een loon van 2.350 euro, ongeacht de vaak veel hogere salarissen. Ook voor de vetbetaalde voetballer werden de sociale bijdragen berekend op een plafond van 2.350 euro, wat neerkwam op 900 euro.
In totaal zijn de topministers het afgelopen nacht eens geworden over een besparingsinspanning van 2,4 miljard euro. Het begrotingstekort wordt volgend jaar afgebouwd van 5,4 procent in 2021 naar 3,1 procent in 2022.
Minister Van Peteghem van Financiën verduidelijkt de 43 miljoen, terwijl er blijkbaar 200 miljoen te rapen zou vallen: "Wat we vooral willen doen is het systeem rechtvaardiger maken en de excessen eruit halen. En dat zowel in het parafiscale - de RSZ - als het fiscale - de bedrijfsvoorheffing: we willen van topsporters die heel veel gaan verdienen een eerlijker bijdrage krijgen."
"Die maatregel is ooit ingevoerd om jeugdopleiding en -infrastructuur te financieren. Voor heel veel amateurclubs en -sporters is die belangrijk. Die doelstelling willen we wel behouden."
Minister Van Peteghem: "Eerlijker maken van de bijdragen van de beroepssporters"
Lees alles over het begrotingsakkoord op VRTNWS:
Pro League: "Te vroeg om te reageren"
De Pro League neemt akte van de communicatie van de regering, maar vindt het nog te vroeg om ten gronde te reageren: "De beslissingen dienen nog verder uitgewerkt te worden."
"De Pro League heeft de voorbije maanden steeds constructief contact gehad met het beleid en alle stakeholders en wenst dit verder te zetten voor de verdere uitwerking."
"Met bijzondere aandacht voor de datum van inwerkingtreding, de overgangsmaatregelen, mogelijk impact op de jeugdwerking en opleiding en zeker ook de andere professionele sporten, die niet in moeilijkheden gebracht mogen worden."