Er wordt ontzettend hard gekoerst in de Tour en door de geschiedenis die de wielersport meezeult gaat dat gepaard met een gezonde dosis argwaan. Maar is dat terecht? Sporza legde zijn oor te luister bij dopingjager Peter Van Eenoo. "Op de bloedtransfusies na weet ik niet van een middel of substantie dat heel vaak gebruikt wordt en dat we niet kunnen detecteren."
"Normaal 3 epo-gevallen op een jaar, nu al 7 op een paar maanden"
Thomas De Gendt en Greg Van Avermaet lieten zich eerder in deze Tour al uit over het hoge niveau. Zij gaven aan dat ze hun beste waarden trapten, maar toch het peloton niet meer konden volgen. Het zette ook Peter Van Eenoo van het dopinglab in Gent aan het denken.
"Het zijn niet de prestaties die mij de wenkbrauwen doen fronsen, maar wel de uitspraken van De Gendt. Die deden mij denken aan Edwig Van Hooydonck. Die zei op een bepaald moment ook: “Ik hang mijn fiets beter aan de haak, want met wat er nu gebeurt, kan ik niet meer volgen en ik wil die dingen niet doen.” Dat werd nog eens versterkt door de uitspraken van Greg Van Avermaet."
De coronapandemie heeft in elk geval ook een impact gehad op de dopingcontroles. In het Gentse dopinglab deden ze voor de pandemie 1.000 urinecontroles en 200 bloedcontroles per maand. Vorig jaar werden er in april en mei amper 5 stalen per maand getest. En dus zagen sommige sporters hun kans.
"We hebben een verbetering gemaakt in de methode om epo op te sporen, maar er is een tijd niet gecontroleerd en we weten dat epo een product is dat heel hard helpt en waar sommigen nog steeds niet kunnen afblijven. De laatste 2 maanden hebben we heel veel epo-positieve gevallen gehad. Normaal hebben we er een drietal op een jaar, nu zitten we al aan 7 op een paar maanden."
De verklaring is simpel volgens Van Eenoo. "De testen die plotsklaps weer begonnen zijn. Daardoor zijn mensen betrapt die dachten dat de testen nog in het stadium van vorig jaar zaten. Maar corona is de wereld nog niet uit en is niet altijd makkelijk voor antidopingorganisaties om bij atleten langs te gaan."
"We weten dat kankerverwekkende stoffen gebruikt worden door sporters"
Sommige sporters blijven op zoek gaan naar methodes om uit de greep van de dopingjagers te blijven. Microdosissen van epo is één van die manieren.
"We hebben nog steeds een beperkt detectievenster voor epo. We kunnen het een aantal dagen tot een week na gebruik nog detecteren. Bij bepaalde
anabole steroïden gaat dat daarentegen van 6 maanden tot zelfs 2 jaar. Als je een microdosis epo gebruikt, wordt het detectievenster nog kleiner."
"Maar we zijn in onze laboratoria wel zoveel verbeterd dat wat in 2004 een microdosis was nu een macrodosis of zelfs megadosis is. Die dosissen zijn dus steeds kleiner en minder effectief geworden. Het helpt voornamelijk om het hematocriet op niveau te houden, maar niet om het te verhogen."
Zorgwekkender zijn experimentele middelen die nog in een klinische proeffase zitten, maar toch hun weg vinden naar bepaalde sporters. "Er zijn een aantal zaken te koop op het internet, bijvoorbeeld op Alibaba. Daar vind je middelen die nog in een klinische proeffase zitten en nog niet goedgekeurd zijn."
"We weten dat er zo kankerverwekkende stoffen gekocht en gebruikt worden door sporters. We hebben vorig jaar nog 3 positieve stalen gehad op GW1516 en dat is een middel waarvan geweten is dat het kanker veroorzaakt."
Op internet kan je middelen aankopen die nog in een klinische proeffase zitten en nog niet goedgekeurd zijn
"Bij controle op bloeddoping zitten er nog mazen in het net"
Toch denkt Van Eenoo dat het met dopinggebruik in de sportwereld de goede kant opgaat. "Mijn vermoeden is dat het beter gaat. Op de bloedtransfusies na weet ik niet van een middel of substantie dat heel vaak gebruikt wordt en dat we niet kunnen detecteren. Dat is anders dan in de jaren '90 of begin jaren '00."
Maar bloeddoping blijft dus wél een probleem. Daarvan zijn er 2 soorten: homologe en autologe bloedtransfusies. Bij de eerste krijg je bloed van iemand anders toegediend en dat valt vrij goed te detecteren. Bij de tweede neemt een sporter zijn eigen bloed af en brengt dat later weer in. Die methode maakt het dopingjagers een pak moeilijker.
"Dat is helaas niet rechtstreeks te detecteren. Enkel via het bloedpaspoort, omdat we dan schommelingen kunnen zien in de bloedwaarden. Daar zitten nog een aantal mazen in het net. Niet zozeer op analytisch vlak in laboratoria, maar wel wanneer men de stalen afneemt."
"Wij kunnen schommelingen zien als er meer of minder bloed in je lichaam zit. Maar helaas is het zo dat atleten normaal niet gecontroleerd worden kort voor de wedstrijd, omdat je een atleet zijn voorbereiding niet wil verstoren. Je kan moeilijk aanvaarden dat Pogacar een halfuur voor de tijdrit nog even een bloedstaal zou moeten geven."
Je kan moeilijk aanvaarden dat Pogacar een halfuur voor de tijdrit een bloedstaal zou moeten afstaan
"Ik vraag me af waarom ze geen chaperons inzetten voor bloedcontroles"
Maar ook meteen na een wedstrijd kan er nog geen bloed afgenomen worden. "De regels bepalen dat je 2 uur na een zware inspanning niet kan gecontroleerd worden via een bloedstaal op het gebruik van bloedtransfusies of epo, omdat je bloedwaarden verstoord zijn door die grote inspanning."
"Helaas durven te weinig organisaties het aan om meteen na de finish een chaperon bij een sporter te zetten en die daar 2 uur te laten bij blijven. Ze zetten wel chaperons in voor urinecontroles, maar niet voor zo'n bloedcontrole. Ik vraag me af waarom. Je hebt natuurlijk middelen en mensen nodig en het verstoort de recuperatie van de atleet na de wedstrijd."
"Maar iedereen herinnert zich nog die beelden bij Operatie Aderlass van Max Hauke, die bloed aan het aftappen was toen de politie binnenviel. Dat was effectief binnen die 2 uur na een wedstrijd. Hij deed zijn bloed er kort na de wedstrijd weer uit, zodat wanneer de dopingcontrole zou komen hij weer normaal was."
"Af en toe zo'n controle zal ervoor zorgen dat men beseft dat er een pakkans is. Men moet dat niet enkel in het wielrennen doen, maar ook in andere sporten. Dan zal het snel genoeg de ronde doen. Het verbaast ons dopingjagers steeds hoe snel sporters weten dat iets detecteerbaar is."