Niels Bruynseels is een van de drie jumpingruiters die België vertegenwoordigt in de olympische landencompetitie. Op de Spelen in Tokio wordt geëxperimenteerd met een nieuwe puntentelling. "Die baart me toch wat zorgen", zegt Bruynseels.
In Tokio zullen de landenteams uit drie in plaats van vier combinaties bestaan, ook kunnen ruiters niet langer een resultaat schrappen.
De Internationale Ruitersportfederatie wou meer landen de kans geven op een olympische deelname, maar het Internationaal Olympisch Comité (IOC) weigerde het voorstel om meer combinaties toe te laten.
Het aantal ruiters per team werd verlaagd van vier naar drie. "Dat baart me toch at zorgen", zegt Niels Bruynseels, die voor België naar de Spelen trekt.
"Als één combinatie een slecht resultaat springt, mag je de medailles vergeten. Dat geldt voor ieder land, maar het zorgt toch voor extra druk."
Als één combinatie een slecht resultaat springt, mag je de medailles vergeten.
Bruynseels gaat voor het eerst naar de Spelen. Extra druk is geen geschenk. "Uiteraard is het spannend om naar een eerste Olympische Spelen te gaan. Het is een stap in het onbekende."
"Ik zal gewoon proberen om geen balken af te stoten en focus me daarop. Met Delux heb ik in ieder geval een paard dat alle parcoursen foutloos aankan."
"Hij kickt op nieuwe omstandigheden en dat geeft mij dan weer het nodige vertrouwen in een goede afloop", eindigt de ruiter met een positieve noot.
