Bij Antwerp is het voor de start van de play-offs toch wat onrustig, onder andere na de transfer van Gouden Schoen Lior Refaelov naar Anderlecht. Zijn vriend en ploegmakker Birger Verstraete wil niet te veel energie verspillen aan wat er naast het veld gebeurt. "Voetbal is en blijft een business."
"Zijn statistieken liegen niet, natuurlijk is Lior Refaelov belangrijk voor ons", vertelt Verstraete. "Maar hij was einde contract, dus hij mag gaan en staan waar hij wil. Voetbal is en blijft een business. Iedereen in het voetbal is een passant, behalve de supporters."
Verstraete en Refaelov zitten naast elkaar aan de eettafel. Hij vindt het dus wel spijtig dat de Gouden Schoen vertrekt. "Maar we moeten dat accepteren. Hij zal volgend seizoen vervangen worden en ik wens hem veel succes bij Anderlecht."
Na de keuze van Juklerød voor Genk werd hij in Antwerp naar de B-kern gestuurd. Zal dat bij Refaelov ook gebeuren? "Hij traint nog mee. Maar we moeten daar als spelers geen energie aan verspillen. Er zijn genoeg mensen binnen de club die zich daar mee bezighouden. We zullen wel zien."
"Dit sluipt onbewust in de kleedkamer, maar we moeten dat loskoppelen. We spelen 6 finales en moeten ons daar op focussen. Die 90 minuten tussen de lijnen moeten we gas geven. Al de rest heb je niet in de hand."
"Dat het ook in de bestuurskamer onrustig is? Anders zou het Antwerp niet zijn. Dit is een levendige en vurige club."
"Ik zat dicht tegen een burn-out aan"
Afgelopen week sprak Birger Verstraete voor het eerst over zijn fysieke en mentale problemen. "Ik had een probleem met mijn linkeroog na een operatie in Keulen, denken ze. Op een dag werd ik wakker en mijn zicht was nog maar 10 procent."
"Het was een rollercoaster. Meteen kwamen er ook horrorverhalen in me op. Er is gezocht naar een hersentumor, een hartafwijking, ... Maar dat was het gelukkig niet. Ik word nu behandeld met injecties. Ik heb er net eentje gehad dus ik ben klaar voor de play-offs."
"Ik zie weer 65 procent, maar mijn brein heeft zich aangepast. Ik zie alles op het veld, mijn dieptezicht is terug, ik voel me weer veilig op het terrein en dat is het belangrijkste."
De fysieke problemen maakten het ook mentaal moeilijk. "Ik kon niet slapen voor matchen, ik had angstaanvallen en werd wakker. Volgens de club zat ik dicht tegen een burn-out aan, dat zag je ook in mijn bloedwaarden. Ze hebben me tijd gegeven. Ik ben 20 dagen naar Oostende gegaan, dicht bij familie en vrienden."
"Het voetbal was echt even bijzaak. Nu ben ik klaar voor play-offs. Ik ben hongeriger dan voordien."