Tim Merlier won in Koksijde zijn derde eendagskoers op een rij, maar echt van een leien dakje ging het niet. "Ik keek ook weer achterom in de sprint, ik word er zelf ook zot van."
Overal waar Tim Merlier tegenwoordig start in de eendagskoersen is het prijs voor de sprintbom van Alpecin-Fenix. Steeds meer vestigt hij zijn naam tussen de topsprinters. "Maar eigenlijk reed ik vandaag de hele tijd achter de feiten aan."
"In het begin was ik echt niet goed. Toen het in waaiers werd getrokken, verzuurden de benen meteen. Bij de eerste keer Kemmelberg dacht ik goed gepositioneerd te zitten, maar blijkbaar zat ik toch te ver. "Oei, de koers is voorbij, dacht ik.""
"Bij de 2e keer Kemmel zat ik meer naar voren, mocht er een groepje wegrijden. Wat ook gebeurde. Ik dacht dat we er vrij rap naartoe zouden rijden, maar we hebben er bijna 100 kilometer achter liggen bengelen."
"Ik wist dat als we erbij zouden raken, ik nog de benen zou hebben om het af te maken. Ik kom liever van achteruit dan dat ik de hele dag vooraan heb gereden."
In de sprint was er wel weer een vreemd momentje, waarop Merlier plots zowaar achterom keek. "Ik word er zelf ook zot van. Het gebeurt automatisch."
"Ik denk dat ik nu weer even goed ben als toen ik Belgisch kampioen werd en alvast beter dan ik vorig jaar ooit geweest ben. Of het niet jammer is dat ik met deze vorm geen Milaan-Sanremo rijd? Ik was er natuurlijk graag bij geweest, maar dit is ook mooi. En ik weet niet of ik de Poggio wel zou overleven."
Pedersen: "Wou niet enkel op sprint speculeren"
- Mads Pedersen (tweede): "Het was een zwaar, maar leuk dagje. Ik was hier vooral om de klassiekers voor te bereiden. Ik wou dus sowieso een harde finale rijden en niet enkel op mijn sprint speculeren. Waarom ik geen Sanremo rijd? Ik wou me op de kasseien voorbereiden. Dat paste beter wat nog volgt voor mij."
- Florian Sénéchal (derde): "Het was een koers met weinig controle. Ik was blij dat ze op de Kemmelberg al voluit gingen. De beste kwamen bovendrijven. Ik wou niet dat het groepje van Tim zou terugkeren, want ik wist dat hij de snelste zou zijn. Daarom heb ik ook nog aangevallen op het einde, al pakte dat niet goed uit. Een 3e plaats is zowat mijn plaats in een sprint. De conditie is alvast goed, dat belooft voor het vervolg."