Spring naar de inhoud

Luik voetbalstad: Standard (1A), Seraing (1B), FC Luik (1e amateur)

Luik voetbalstad: Standard (1A), Seraing (1B), FC Luik (1e amateur)
 wo 13 mei 2020 12:06
Panoramazicht over Luik.
Panoramazicht over Luik.

Het Luikse voetbal stond deze maand in de spotlights. Standard en Seraing kregen eerst geen licentie, dan weer wel. Met Standard in 1A, Seraing binnenkort waarschijnlijk in 1B en FC Luik in eerste amateur heeft Luik volgend seizoen een vertegenwoordiger in de hoogste drie voetbalafdelingen.

Fransman Serin is baas in Seraing

Standard is uiteraard hét uithangbord van het Luikse voetbal. In de schaduw van de reus zoeken Seraing en FC Luik naar wat zonlicht. Seraing is in Vlaanderen vooral bekend van zijn twee periodes in eerste klasse. De eerste tussen 1982 en 1987 met onder meer Nico Claesen en Eugène Kabongo. De tweede van 1993 en 1996 met de Brazilianen Wamberto en Edmilson.

 

Sindsdien heeft de club er woelige jaren opzitten met bijna ontelbare fusies. In 2013 kwam Seraing in handen van FC Metz. De macht ligt sindsdien bij Metz-voorzitter Bernard Serin (spreek je exact hetzelfde uit als Seraing) en bij Seraing-voorzitter Mario Franchi.

 

Die laatste heet een vriend te zijn van Luciano D'Onofrio. Die eerste is een rijke Franse industrieel, maar in Luik zien ze een belangrijk verschil met andere clubs in buitenlandse handen als Lommel of Roeselare. Bernard Serin maakte naam binnen het bedrijf Cockerill-Sambre in Seraing en wordt in Luik na meer dan 20 jaar als een echte Liégeois beschouwd.

Mijn aanvoelen is dat de samenwerking met Metz zeer respectvol verloopt. We kunnen onze eigen transferpolitiek voeren en zij zeggen mij niet wie ik moet opstellen.

Seraing: profclub die fans zoekt

Seraing presenteert zich als een ambitieuze club. Het stadion en de goede jeugdwerking zijn in handen van de gemeente. Zo kan de club zijn geld investeren in de eerste ploeg. Mede dankzij de steun van Metz werkt het al minstens twee jaar als een profclub in de amateurklassen, maar sportief lukte het niet om de stap naar het profvoetbal te zetten. Dat maakte Metz langzaam nerveus.

 

"Het samenwerkingsakkoord is heel simpel. Metz laat zijn beste jeugdspelers rijpen bij ons. Denk bijvoorbeeld aan doelman Thomas Didillon (Door Genk gehuurd van Anderlecht)", zegt huidig trainer Emilio Ferrera. "Omgekeerd krijgen goede spelers van Seraing een kans bij Metz. Het probleem is dat sommige spelers niet staan te springen om in eerste amateur in België te spelen."

 

"Ik ben hier pas sinds januari, maar mijn aanvoelen is dat de samenwerking zeer respectvol verloopt. We kunnen onze eigen transferpolitiek voeren en Metz zegt mij niet wie ik moet opstellen. Ik denk wel dat we kunnen meedraaien bovenin in 1B", zegt Ferrera. "Het is geen toeval dat we de laatste seizoenen al meededen voor de titel in eerste amateur."

 

Hét pijnpunt van Seraing is dat het gevoelsmatig altijd de derde club van de regio Luik is geweest. In het Stade du Pairay kunnen 8.207 toeschouwers binnen. Bij thuismatchen doet het pijn aan de ogen dat meestal niet meer dan 150 tot 200 zitjes bezet zijn. Zelfs in de hoogdagen toen Seraing derde stond in eerste klasse trok de club niet meer dan 5.000 tot 6.000 fans.

 

Behalve dan op de speeldag dat Standard op bezoek kwam. Het drama van Seraing is dat Sclessin slechts 5 kilometer verderop langs de Maas ligt. Voetbalfans in de Maasvallei hebben altijd makkelijker de kant van de grote broer gekozen.

FC Luik: traditieclub die geld zoekt

FC Luik kent exact het omgekeerde probleem van Seraing. FC Luik is een absolute traditieclub met een brede aanhang, maar een klein stadion en voorzichtige ambities.

 

Het stamnummer 4 van België speelt in eerste amateur elke thuismatch voor 1.500 tot 2.000 fans, maar de club wil voorzichtig groeien en geen geld uitgeven dat het niet heeft.

 

Dat laat zich sportief voelen. Op het moment dat de huidige competitie werd stilgelegd stond FC Luik 12e in eerste amateur. Daar zullen de rood-blauwen ook volgend seizoen spelen.

 

De derby met Seraing zullen de supporters niet als een enorm gemis ervaren. Het is het rood en wit van Standard dat de rood-blauwen het liefst bekampen. Te vergelijken met de rivaliteit tussen Cercle en Club Brugge.