Het peloton in Milaan-Turijn keert vandaag na enkele jaren terug naar de Colle di Superga, een iconische beklimming die een dramatische geschiedenis heeft. Op de flanken van de heuvel ten noordoosten van Turijn vond in 1949 een dodelijk vliegtuigongeluk plaats.
De organisatie van Milaan-Turijn schudt zijn parcours graag eens door elkaar. Was het in 2022 nog een sprintersfestival en een prooi voor Mark Cavendish, dan kwam vorig jaar Alberto Bettiol aan zijn trekken met een aanval op de Prascorsano.
Voor de editie 2025 wordt een nog zwaardere finale voorgeschoteld, met een dubbele beklimming van de Colle di Superga. Een pittige apotheose na 174 kilometer koers.
Het is de eerste keer sinds 2021 dat de Superga de scherprechter is in Milaan-Turijn. Toen was Primoz Roglic - in het najaar overigens - de sterkste klimmer.
En klimmersbenen heb je zeker nodig voor de Superga, met 4,9 kilometer aan gemiddeld 9,1 procent om de iconische basiliek op de top te bereiken.
Vliegtuigramp
Wie schrijft een sportief hoogtepunt op de plek waar ooit een van de grootste rampen uit de sportgeschiedenis plaatsvond?
Niet in het wielrennen, wel uit het voetbal. Bij Turijn komt dan misschien Juventus op in je hoofd, maar 75 jaar geleden was stadsgenoot Torino nog de Italiaanse maat der dingen.
De middenmoter uit de Serie A was in de jaren 40 een grootmacht die nog steeds heel wat Italiaanse records op zijn naam heeft. Het was ook de hofleverancier van La Squadra Azzurra: in 1947 speelde met uitzondering van de doelman de volledige nationale ploeg voor Torino.
Niets leek het team te kunnen afstoppen. In 1949 was Torino op 4 speeldagen van het einde op weg naar een 5e landstitel op een rij. Maar dan sloeg het noodlot toe.
Na een bezoekje aan Lissabon voor een galawedstrijd tegen Benfica vloog de selectie van Torino op 4 mei terug naar thuishaven Turijn.
Enkele minuten voor aankomst kregen de piloten al een waarschuwing binnen in de cockpit: door de lage wolken, regen en felle windstoten zou de landing een uitdaging worden.
"Zet de koffie alvast maar klaar", zou de vastberaden reactie geweest zijn vanuit de lucht. Het zou de laatste radioboodschap zijn.
Toen de piloten de landing inzetten, doemde niet de luchthaven op uit de mist, maar wel de muur van de basiliek van Superga op 669 meter boven zeeniveau.
Het vliegtuig crashte op de ommuring. Geen van de 31 inzittenden overleefde de crash, alle 18 spelers van Il Grande Torino kwamen om het leven. De nationale ploeg was in één klap gedecimeerd.
Titel in mineur
Uit respect voor de leider riepen de Italiaanse clubs Torino alsnog uit tot landskampioen in 1949, maar de 5e titel op een rij werd niet gevierd met een groot feest.
Omdat de ramp vrijwel het volledige elftal van Torino had weggevaagd, stonden alle topclubs een speler af voor het volgende seizoen. Maar de club kwam de klap niet meer te boven. Twee jaar later flirtte het al met de degradatie.
Ook de nationale ploeg hield er een trauma aan over. In 1950 weigerde La Squadra om met het vliegtuig naar het WK in Brazilië af te reizen. Ze kozen voor de boot.
Het drama wordt nog elk jaar op 4 mei herdacht in de basiliek van Superga, waar de namen van alle slachtoffers op een monument staan gekerfd.