Wat zegt de olympische barometer van Mathieu van der Poel? "Ik voel me op dit moment beter dan vorig jaar"

Rustdag in de Tour de France, maar Mathieu van der Poel kroop na het fietstochtje met zijn ploegmakkers van Alpecin-Deceuninck nog even op de rollen.

"Zo'n tochtje is altijd relaxed, maar ik heb liever ook wat inspanning op de rustdag", vertelde de wereldkampioen in Vive le vélo. "Anders val ik stil. In de groep heeft niemand zin om door te rijden. Ik ook niet, maar dat is meestal de beste optie."

Van der Poel kon in deze Tour zijn stempel nog niet helemaal drukken. Als loods lanceerde hij Philipsen al naar een etappezege en in de gravelrit werd hij 11e.

"Ik kan er zelf niet veel aan veranderen. Vooraf had ik al gezegd dat er weinig kansen zijn voor types zoals ik. Dan wordt het moeilijk. Te weinig kansen? Ieder zijn gedacht, maar het is jammer."

"Als het zo blijft evolueren, heeft het weinig zin voor types zoals ik om naar een grote ronde te komen. Het is wel zonde. Zoals zondag kun je niet veel anders doen dan binnen de tijd te finishen."

Is er dan sprake van een haat-liefdeverhouding met de Ronde van Frankrijk? "Op zich niet."

"Ik heb zelf nog het geluk dat ik niet zo heel veel afzie, maar het tempo ligt zo hoog, het valt niet stil en de ritten zijn extreem lastig. Mentaal is het soms meer afzien dan fysiek."

Van der Poel herhaalde het enkele keren bij Maarten Vangramberen: "Ik voel me best wel goed."

Dat belooft voor de wegrit op de Spelen op zaterdag 3 augustus, net geen 2 weken na het einde van de Tour. Vorig jaar werd Van der Poel wereldkampioen in Glasgow, ook 2 weken na de slotrit in Parijs.

"Ik heb gekozen voor een soortgelijke opbouw. Ik voel me nu wel beter dan vorig jaar op dit moment. In 2023 was ik wat ziekjes. Ik voel me best oké, maar dat is zeker geen zekerheid op dezelfde vorm."

"Met enkele mannen zijn we kandidaat", zei hij nog over Parijs. "Het is misschien een beetje vergelijkbaar met Glasgow, maar de olympische koers zal iets minder gecontroleerd zijn met minder ploeggenoten."

Mathieu van der Poel fietst in deze Tour een beetje in de schaduw van die andere kanonnen zoals Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard. "Vol bewondering", vertelt hij over hoe hij naar hen kijkt.

"Ook voor mij is het moeilijk te begrijpen dat je zo hard met je fiets bergop kan rijden (lacht). Het zijn andere types, maar het is alsof ze elke dag harder rijden en beter herstellen. Het is ongelofelijk."

"Ik weet wat ik zondag heb moeten doen om op meer dan 40 minuten binnen te komen. Wij hebben ook niet stilgestaan."

"Ja, ik denk dat Pogacar de strafste is tegen wie ik al gefietst heb. Maar ik heb het in de Ronde van Vlaanderen ook al meegemaakt dat hij zijn dag heeft. Nu ik dit zie, voel ik me er al iets beter bij (lacht)."

Op nummer 3 in het klassement staat Remco Evenepoel. "Hij rijdt heel goed en vooral superverstandig. Hij pakt het perfect aan."

"Als hij zo blijft rijden, staat hij op het podium van zijn eerste Tour. Dat is exceptioneel."

"Of Remco de kloof nog kan dichten op Pogacar en Vingegaard? Het wordt heel moeilijk, maar ik geloof erin."

"Wat hij nu doet, is enorm straf. En hij heeft zijn tijdrit als wapen. Ik denk dat het moet kunnen."