Nog maar 16 jaar en een natuurtalent: sprintster Lauren Petroci-Coninx uit Genk hoort ondertussen al bij de top van haar leeftijdsklasse. Voor Lauren is de sprint thuiskomen. Want: “Wie Lauren zegt, zegt lopen.”
Dit artikel is een samenwerking tussen de Hogeschool PXL en Sporza, geschreven door studente Femke Vaes. Het thema dit jaar was: aanstormende toptalenten.
Meester Lode
Voor het begin van de loopcarrière van Lauren Petroci-Coninx moeten we terug naar de lagere school. "Ik ben beginnen te lopen door meester Lode, mijn turnleerkracht."
"Hij zag dat ik snel kon lopen en graag sportte. Ik zat in het 3e leerjaar, toen hij mij vroeg of ik er al had over nagedacht om aan atletiek te doen."
Tijdens de scholenveldloop van dat schooljaar kwam ze een meisje tegen dat lid was bij de atletiekclub van Genk. “Ik ben haar wat vragen gaan stellen en zij heeft mij uitgenodigd om een kijkje te komen nemen bij de club”, vertelt Lauren.
“Ik denk wel dat ik sowieso in de atletiek terecht was gekomen, maar zonder meester Lode was dit veel later geweest. Ik had dan ook zeker nooit gestaan waar ik nu sta.”
Tot drie jaar geleden kon je Lauren ook nog zien hoogspringen of kogelstoten, omdat ze zich toelegde op de meerkamp. Maar uiteindelijk koos ze toen voor de specialisatie verspringen en de 60 meter sprint.
Zonder meester Lode had ik nooit gestaan waar ik nu sta.
7 maanden out door knieblessure: "De hel"
Ondanks haar jonge leeftijd heeft Petroci-Coninx al een portie blessureleed op haar pad gevonden. Drie jaar geleden kreeg ze een knieblessure, waardoor ze 7 maanden moest stilzitten. "Dat was de hel voor mij."
Toen is ook het verspringen weggevallen, waardoor ze nu enkel nog meedoet aan de sprint. "Dat kwam door die knieblessure, maar ook omdat ik zó graag loop Wie Lauren zegt, zegt daar automatisch lopen bij. Dat hoort gewoon bij elkaar."
"Na die 7 maanden rust ben ik weer van nul moeten beginnen. Dat was enorm frustrerend. Na die revalidatie heb ik besloten om volop voor de sprint te gaan."
Overbelaste spieren door... een wandeling!
Petroci-Coninx droomt, zoals veel atleten, van deelname aan de Olympische Spelen. Dat lijkt nog veraf, maar de eerste stappen zijn wel al gezet. Zo vertegenwoordigde ze afgelopen zomer België op het European Youth Olympic Festival in Slovenië.
In augustus neemt ze opnieuw deel aan het EYOF, maar dan in de categorie tot 18 jaar.
"Ik kreeg vorig jaar een mail van Team Belgium dat ik mee mocht naar Slovenië als ik 24"33 zou lopen op de 200 meter. Dat betekende dat ik een seconde sneller moest worden binnen de zes maanden. Dat leek onmogelijk.”
Maar Petroci-Coninx deed het toch. Sterker nog, ze dook zelfs onder de 24 seconden (23"98).
“Lauren is een enorm harde werker”, vertelt trainer Wouter Stijven. “Als Lauren iets wil, dan gaat ze daarvoor en geeft ze absoluut niet op.”
"Ik heb enorm veel geleerd", zegt Petroci-Coninx zelf. "Ook uit mijn fouten. Een tip: rust genoeg uit voor een wedstrijd en ga niet te veel wandelen!"
"Daardoor ging het in Slovenië mis bij mij. Ik had mijn spieren overbelast, waardoor ik veel trager was. Volgende zomer, bij de U18, kom ik mijn bed niet uit tot de start van de wedstrijd. (lacht)"
Atletiek is voor mij een soort psycholoog met wie ik kan praten.
Sneller dan Rani Rosius
In september 2022 overleed de mama van Petroci-Coninx. Haar wereld stond toen even stil. Gelukkig kon ze haar emoties kwijt op de atletiekpiste.
“Ik ben toen net niet over de rooie gegaan, ik liep te veel en te hard. Mijn trainer hield een oogje in het zeil, maar ik wilde niets anders doen dan lopen en mijn gedachten verzetten. Ik bleef maar gaan."
“Ik probeerde me wat te ontfermen over haar", zegt Stijven. "Een ouder verliezen is natuurlijk heel zwaar, zeker op die jonge leeftijd.”
De gedrevenheid van Petroci-Coninx is een van haar grootste troeven. “Ik bleef op een gegeven moment maar tweede worden. Dat frustreerde mij zo dat ik trainde tot ik er bij neerviel."
"Ik bleef zo hard werken aan mijn sprint dat ik uiteindelijk steeds meer begon te winnen."
Het leverde enkele toptijden op, zoals het indoorrecord op de 60 meter bij de scholieren (7"69), een record dat ze afsnoepte van niemand minder dan Rani Rosius.
“En of ik trots op mezelf ben (lacht). Niet alleen daarom, maar ook door alle vooruitgang die ik al heb gemaakt.”
“Ik win nog steeds niet al mijn wedstrijden, natuurlijk, maar die nederlagen blijven mij telkens weer motiveren. Ik denk dat het op zou zijn als ik alleen maar won, dan zou ik er ook geen plezier meer in beleven.”