"Diego Armando Minda", zo werd Cercle Brugge-aanvaller Minda genoemd na zijn wereldgoal in de derby dit weekend. Zijn dribbel was inderdaad indrukwekkend, maar had hij ooit mogen plaatsvinden? "Het is je plicht om een speler bij zo'n actie neer te halen voor je team", buigt het panel van Extra Time zich over de bewuste fase.
De mooiste goal van de speeldag viel dit weekend ongetwijfeld in het Jan Breydelstadion. Met een rush van 60 meter zorgde Cercle Brugge-aanvaller Minda Alan voor de 1-0 tegen stadsgenoot Club Brugge (zie hierboven).
"Ik dacht op dat moment: waar loopt die nu heen met al die spelers van Club Brugge rond hem?", vertelt ook bevoorrechte getuige Hannes Van der Bruggen in Extra Time.
"Ze zullen hem wel neerhalen, bleef ik denken. Maar plots ging die bal binnen. Oké, de bal botste nog net voor Mignolet en normaal gebruikt hij zijn linker enkel om van de bus te stappen, maar ik heb hem na de wedstrijd niet voor niets Diego Armando Minda genoemd. Wat een goal."
Er gebeurde iets wat je tegenwoordig nooit meer ziet: niemand bij Club probeerde een fout te maken.
Een prachtige actie van de aanvaller, maar vooral ook dramatisch verdedigd door Club Brugge - dat met drie spelers afwachtend rond Minda bleef lopen.
"Er gebeurde iets wat je tegenwoordig nooit meer ziet: niemand bij Club probeerde een fout te maken", zag ook Gert Verheyen.
"Waarom niet? Simpel. De spelers die rond hem lopen, waren de enige spelers die ook dromen van zo'n doelpunt: Nusa, Skov Olsen en De Cuyper ...", pikt Filip Joos in.
"Inderdaad, Als het Burgess en Mac Allister waren geweest, had hij de middellijn nooit gehaald. Die twee hadden nog gevochten om hem neer te halen", knipoogt Verheyen besluitend.
Bijstaanderseffect
Moreel is zo'n cynische fout moeilijk te verantwoorden, maar het doel lijkt de middelen - zoals wel vaker op een voetbalveld - toch te heiligen in de hoofden van de meeste voetballers: vaak is de strafmaat ook maar geel.
"Tja, het is een deel van het voetbal om een speler in zo'n situatie neer te halen. Kaart of geen kaart. Rood of geel. Het is je plicht om die speler voor je team af te stoppen", vertelt Arnar Vidarsson.
"Had jij hem neergehaald?", zoekt Vidarsson bevestiging bij Van der Bruggen.
"Als ik hem kon volgen, dan zeker wel, ja", grapt hij. "Het is ook niet de eerste keer dat hij zo'n actie flikt. We hebben het hem al vaker zien doen op training."
Waren de Club-spelers met te veel ter plaatse?
De meelopende Club-spelers lieten zich nu eenmaal vangen aan het klassieke bijstaanderseffect, volgens Filip Joos.
"Als je op straat valt en er loopt één persoon in de buurt, is de kans groot dat die je zal helpen. Als er twintig mensen lopen, is de kans dat iemand zal ingrijpen veel kleiner. Dat is al bewezen en speelde zich ook af op het veld van Jan Breydel. Waren de Club-spelers niet met te veel ter plaatse?"
"Zeker, dat gebeurt ook vaak bij een flankspeler die een actie wil maken", legt Verheyen uit. "Dan komt er meestal een tweede verdediger helpen, maar wie grijpt dan in? Vaak hebben die flankaanvallers dat zelfs liever. De goede, althans."
Dat het bijstaanderseffect van alle tijden is, bewijst een retrofragment van Saeed Al-Owairan die onze Rode Duivels op het WK van 1994 op een hoopje dribbelde.