Fluminense volgt zijn aartsrivaal Flamengo op als winnaar van de Copa Libertadores, de belangrijkste beker voor clubs in Zuid-Amerika. John Kennedy ontpopte zich in de finale tegen Boca Juniors tot de grote held in de verlengingen, al vierde hij zijn doelpunt iets te uitbundig en mocht hij vroeger gaan douchen.
Met de Boca Juniors en Fluminense stonden twee grootheden van het Zuid-Amerikaanse voetbal tegenover elkaar in de finale. Opmerkelijk daarbij is dat Boca al 6 keer de Copa Libertadores wist te winnen en Fluminense tot voor vandaag nog nooit.
Tussen de lijnen zagen we heel wat bekende namen voor de volgers van het Europese voetbal verschijnen: Sergio Romero (ex-Manchester United) en Edinson Cavani (ex-PSG onder meer) bij Boca, Marcelo (ex-Real Madrid), Felipe Melo (ex-Inter) en Marlon (ex-Barcelona) bij Fluminense.
Extra troef voor Fluminense was het thuisvoordeel. Het mythische Maracana-stadion van Rio de Janeiro was uiteraard volgepakt met uitzinnige fans.
Die bereikten een eerste keer het kookpunt toen aanvallers Keno en Cano de 1-0 in elkaar boksten voor Fluminense, een doelpunt dat door de Argentijnen pas 20 minuten voor tijd werd uitgewist door Advincula.
Over de eindeloze verlengingen kan er bijna een boek geschreven worden. John Kennedy (voluit John Kennedy Batista de Souza) scoorde als invaller met een verschroeiende uithaal, maar hij was even vergeten dat hij al geel achter zijn naam had staan.
De latere matchwinnaar ging iets te enthousiast vieren met de thuisfans en bekocht dat met een tweede gele kaart.
In een van de vele opstootjes en discussies die nadien nog zouden volgen, viel ook Boca nog met zijn tienen. De Colombiaan Fabra kreeg rechtstreeks rood.
Fluminense kreeg uiteindelijk nog de beste kans op een doelpunt, de binnenkant van de paal werkte niet mee. De vreugde na het laatste fluitsignaal was enorm. Zowel op het veld als in de tribune vielen de tranen rijkelijk, in beide kampen.