Het seizoen 2021-2022 telde 20 procent meer blessures in de 5 grootse Europese voetbalcompetities dan het seizoen ervoor. Dat bracht voor de clubs een nooit eerder gezien kostenplaatje van 610 miljoen euro met zich mee, zo blijkt uit een onderzoek van de Britse verzekeringsgroep Howden. Vooral PSG, dat onder anderen Neymar en Sergio Ramos langdurig miste, moest diep in de buidel tasten.
Net nu de vrees voor blessures door de overvolle voetbalkalender het grootst is, stelt de Britse verzekeringsgroep Howden de enorme stijging van blessures van vorig seizoen vast.
Het onderzoek beperkte zich tot de competities van de 5 grootste voetballanden: Engeland, Spanje, Italië, Frankrijk en Duitsland.
Premier League meeste blessures, PSG meeste kosten
De totale kostprijs voor de clubs: een recordbedrag van 610 miljoen euro.
Howden kwam tot die som door volgende berekening: voor alle blessures het aantal dagen dat een speler onbeschikbaar is vermenigvuldigen met de dagelijkse kosten van een club aan die speler.
De Premier League zag het meeste geld wegvloeien: 219 miljoen euro. Het was dan ook met 1.231 blessures (t.o.v. 938 in '20-21') de meest blessuregevoelige competitie. Chelsea had met 97 gevallen de meeste slachtoffers, terwijl Manchester United de meeste kosten had.
La Liga volgt op een tweede plaats met 130 miljoen euro, terwijl de Spaanse competitie wel met Real Madrid (40,3 miljoen euro voor het grootst aantal blessuregevallen: 114) en FC Barcelona (33,2 miljoen euro) 2 ploegen in de top 3 heeft van clubs die het meeste moesten ophoesten.
De club die het meest geld verloor aan blessures, was PSG. Zijn geblesseerde voetballers kostten de Franse kampioen 40,7 miljoen euro. Neymar stond vorig seizoen 110 dagen aan de kant, Sergio Ramos kwam bijna een volledig seizoen niet in actie en ook de andere sterspelers, zoals Messi en Veratti, bleven niet gespaard.
De drukke kalender als motor
De drukke kalender eist zijn tol, zo lijkt het toch.
Met de Nations League heeft de UEFA voor extra interlands heeft gezorgd. In een seizoen waar de impact van Covid nog groter was (wedstrijden uitgesteld, spelers in quarantaine of ziek,...) volgden de wedstrijden snel op elkaar.
En het belooft nog erger te worden: door een WK midden in het seizoen te plannen staat het werkschema van de voetballers overvol. Europese wedstrijden volgen nu al snel op elkaar, bekerwedstrijden moeten worden gespeeld, de competities zijn vroeger begonnen, interlands, ... De spelers hebben amper nog rust.
De FIFPRO, de spelersvakbond, vraagt dan ook om de werklast terug te verminderen. Het wil van de FIFA een rustperiode van minstens vier weken tussen twee seizoenen en nog één van minstens twee weken tijdens het seizoen.