De Sporza Wielermanager kent voor de meeste wielerliefhebbers nog weinig geheimen. Toch zijn er elke editie nieuwe spelers die het spel nu pas ontdekken. Speciaal voor hen - en ter opfrissing voor de ervaren spelers - dé do's en don'ts voor elke wielermanager.
Do's
- Houd de programma's en selecties in de gaten
Probeer zo veel mogelijk de programma's van de renners te weten te komen. Wie rijdt welke wedstrijden en hoeveel wedstrijden rijdt welke renner? Sporza bundelt heel wat rennersprogramma's op deze pagina.
Daarnaast is het belangrijk om voor elke koers de selecties van de ploegen in de gaten te houden. Er zijn altijd last minute wijzigingen, dus laat je niet verrassen!
- Check de deadlines
Een ambitieuze Wielermanager doktert voor elke wedstrijd een plan uit. Zet je wekker een half uur voor de deadline van elke koers en kom op tijd uit bed om je ploeg aan te passen.
Zo kan je een late uitvaller nog vervangen of je selectie aanpassen aan het vormpeil dat de renners tonen. Want iedereen wil buspunten vermijden. Vergeet ook niet dat je vooraf al je ploeg kan instellen voor wedstrijden die er nog moeten aankomen.
- Lees de spelregels
Iedereen weet wel ongeveer hoe de regels in elkaar zitten, maar het kan handig zijn om die nog een keer op te frissen om je tactiek te bepalen. Weet je bijvoorbeeld dat je 10 keer 10e moet eindigen in een niet-WorldTour-koers om evenveel punten te hebben als de winnaar van een Monument?
- Stel een evenwichtige ploeg samen
Om de hoofdprijs te winnen of je vrienden af te troeven in de minicompetitie moet je scoren in elk van de 18 koersen die meetellen. Stel daarvoor een evenwichtige ploeg samen met een goeie mix aan sprinters en klassieke renners.
Wees je concurrenten een stap voor door al na te denken over eventuele transfers die je kunt doen met het oog op de klimklassiekers. Welke renners uit je team kun je dan dumpen voor de renner die je glorie zal bezorgen in Hoei of Luik?
- Luister naar Kopman
In onze podcast Kopman discussieert Tess Elst met de Wielermanager-specialisten van De Lead-Out. Ze zorgen voor tips en tricks voor het spel en bedenken de zotste plannen en theorieën.
Aan jou om te beslissen wat hun tips waard zijn.
Don'ts
- Paniektransfers
Paniek is altijd een slechte raadgever. Een renner die ziek wordt of ten val komt in het voorjaar, het is niet te vermijden. Het is verleidelijk om die renner meteen te vervangen met een transfer, maar dat is zeker niet altijd de juiste beslissing.
Wat zijn de gevolgen van de ziekte of de val? Gaat het om een renner van een lage prijscategorie, dan is het misschien niet de moeite om er een transfer aan op te souperen. Als het daarentegen gaat om een topper zoals Pogacar, Van der Poel of Van Aert die out is voor het voorjaar, twijfel dan niet: vervangen!
- Emotionele keuzes
Emotionele keuzes zijn de eerste valstrik voor een wielermanager. Wie zich laat leiden door emoties is een vogel voor de kat. Het is niet slim om enkel je favoriete renners te selecteren of juist renners op voorhand uit te sluiten, omdat je er geen fan van bent. De ratio zegeviert (bijna) altijd in Sporza Wielermanager.
Doe aan research en probeer je intuïtie aan te vullen met objectieve gegevens. Het spel draait om resultaten. Een vervelende sleper kan je soms meer opleveren dan een symphatieke, aanvallende renner.
- Er is meer dan het openingsweekend
De Wielermanager is een marathon, geen sprint. Staar je niet blind op het openingsweekend, de balans wordt pas opgemaakt na Luik-Bastenaken-Luik. Zeker dit jaar, want kleppers zoals Wout van Aert en Mathieu van der Poel passen voor de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne. Nadenken op lange termijn levert op.
- Juichen voor een val
Dat Vrouwe Fortuna een grote rol speelt in het spel, kunnen we niet ontkennen. Het leidt soms tot emotionele toestanden. Toch is het belangrijk om je waardigheid te bewaren tijdens het spel.
Het is niet gepermitteerd om te juichen als een topper die je toevallig niet in je team hebt staan, plots tegen het asfalt ligt. Als achteraf blijkt dat de renner in kwestie geen zware verwondingen heeft opgelopen, kan je alsnog in je vuistje lachen.