Volgens de UEFA is er geen bewijs voor racisme gevonden na het fluitconcert van het Praagse publiek aan het adres van Rangers-speler Glen Kamara. Dat besluit de Europese voetbalbond in hun disciplinair onderzoek rond de zaak.
Rangers, de Schotse landskampioen, ging eind september in de Europa League op bezoek bij Sparta Praag. In dat duel werd Rangers-middenvelder Kamara veelvuldig uitgefloten, nota bene door een publiek voornamelijk bestaande uit schoolkinderen.
De UEFA startte nadien een onderzoek naar vermeend racisme in Praag. Vrijdag kwam het met zijn oordeel naar buiten. "Onderzoeken hebben aangetoond dat het niet voldoende bewezen is dat racistisch of discriminerend gedrag aan de basis ligt om zo een tuchtprocedure op te starten tegen Sparta Praag", luidde het.
Het geschil tussen beide clubs nam begin oktober een diplomatieke wending toen de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken Jakub Kulhanek op Twitter aankondigde dat hij van plan was de Britse ambassadeur te "ontbieden" om de zaak te bespreken.
Kamara, geboren in Finland en met roots in Sierra Leone, kreeg eerder in maart al racistische opmerkingen van Slavia Praag-verdediger Ondrej Kudela in de knock-outfase van de Europa League vorig seizoen. Dat kwam Kudela uiteindelijk op een schorsing van tien wedstrijden te staan, interlands inbegrepen. Hij miste zo het EK.
Praagse recidive
Het is niet de eerste keer dat de Sparta-aanhang zich recent negatief heeft laten opmerken. In augustus was AS Monaco-middenvelder Aurélien Tchouaméni het mikpunt van racistische gezangen in de Champions League-kwalificatiematch van de Monegasken in Praag (0-2).
Normaal gezien zou het Tsjechische team de wedstrijd tegen Rangers achter gesloten deuren moeten afwerken, maar de UEFA liet finaal toch 10.000 supporters toe, voornamelijk kinderen.
Aamer Anwar, de advocaat van Kamara, sneerde in een persbericht dat "Sparta een serieus probleem met racisme heeft". "De UEFA is zoals gewoonlijk weer onzichtbaar", voegde de raadsman van de speler er nog aan toe.
Die beschuldigingen van racisme leidden tot woede bij zowel Sparta Praag als de Tsjechische autoriteiten. Sparta bestempelt de uitspattingen van Anwar als "hartverscheurend".