Op de eerste dag in het baanwielrennen is er meteen een wereldrecord gesneuveld. De Duitse vrouwen verpulverden dat record in de ploegenachtervolging en reden bijna 3 seconden sneller dan de beste tijd.
De Duitse vrouwen gingen in de reeksen van de ploegenachtervolging flink tekeer. Ze hadden slechts 4 minuten en 7 seconden nodig om de 4 kilometer af te haspelen. Daarmee klokten ze af op een nieuw wereldrecord (4'07"307).
Dat record stond op naam van Groot-Brittannië. Op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro snelden de baanwielrensters toen in een tijd van 4 minuten en 10 seconden naar een wereldrecord. De Duitsers deden met een gemiddelde snelheid van 58 km/u dus bijna 3 seconden beter.
Franziska Brausse, Lisa Brennauer, Lisa Klein en Mieke Kröger zorgden voor die kanontijd.
Er werd overigens niet alleen door Duitsland bijzonder hard gereden. Groot-Brittannië reed met 4'09"022 de tweede beste tijd ooit en Amerika liet de 3e snelste tijd optekenen (4'10"118).