De situatie in het quarantainehotel in Tokio, waar coronapositief geteste atleten verplicht moeten verblijven, blijkt schrijnend. Zo stelt de Nederlandse sportkoepel NOC*NSF dat er problemen zijn met het eten en de heel beperkte bewegingsvrijheid. Die sportkoepel schakelt nu de Nederlandse ambassadeur in Japan in om de situatie op te volgen.
Enkele dagen geleden luidde de Duitse wielrenner Simon Geschke, die de wegrit miste na een positieve coronatest en nu in het officiële quarantainehotel zit, al de alarmbel: "Dit is - hopelijk - het dichtst dat ik ooit zal komen bij een verblijf in een gevangenis."
Nu jeremieert ook het Nederlandse olympische comité openlijk over de onaanvaardbare omstandigheden in het hotel, waar vier Nederlandse sporters en twee begeleiders verplicht vertoeven.
"Het belangrijkste is dat de betreffende mensen op geen enkel moment daglicht mogen aanschouwen, ze mogen ook niet buiten luchten. Bovendien zijn er problemen met het eten, dat is heel Japans georiënteerd. We willen af van de kleine ruimtes."
"We zijn heel ongelukkig met de omstandigheden. En dan druk ik me heel timide uit. We vinden de situatie zeer zorgelijk en onacceptabel. Het is niet wat je verwacht van de Japanse organisatie als het gaat om isoleren."
Het blijft niet enkel bij die klaagzang, want het NOC*NSF gaat over tot actie. De sportkoepel had eerder al het Internationaal Olympisch Comité om hulp gevraagd, maar zoekt het nu nog wat hogerop. De Nederlanders schakelen de hulp in van hun ambassadeur in Japan om iets te doen aan de schrijnende situatie. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
We vinden de situatie zeer zorgelijk en onacceptabel. Het is niet wat je verwacht van de Japanse organisatie als het gaat om isoleren.
Wel meer beperkingen in het olympisch dorp zelf
Naast die hulpkreet om meer vrijheden in het quarantainehotel legt het NOC*NSF de Nederlandse atleten in het olympisch dorp net meer beperkingen op. Zo mogen ze niet langer gebruik maken van de gemeenschappelijke lounge en wordt hen verzocht om de lift te vermijden. Op die manier hopen ze dat het coronaspook niet nog eens opduikt in het Nederlandse kamp.