Voor Eddy Merckx is het overlijden van Raymond Poulidor niet alleen het verlies van een oud-collega/concurrent, maar ook van een goede vriend. "Hij kwam bij me thuis om samen naar het veldrijden en zijn kleinzoon te kijken", vertelt Merckx aan Sporza.
Raymond Poulidor was al een tijdje ziek, maar het nieuws van zijn overlijden kwam toch aan bij de grootste renner allertijden. "Ik ben absoluut geschrokken. Raymond was niet alleen een groot kampioen en een grote meneer. Ik mag ook zeggen dat hij een goede vriend was."
"Ik ben verschillende jaren in de winter met hem gaan skiën. Hij kwam naar mijn huis om naar het veldrijden en zijn kleinzoon (Mathieu van der Poel) te kijken. En ook met de Tour in Brussel herinner ik me dat we de hele namiddag samen naar de ploegentijdrit hebben gekeken."
Had er geen Eddy Merckx en Jacques Anquetil rondgereden op hetzelfde moment, dan had Poulidor veel meer gewonnen in zijn carrière. "Ja dat was natuurlijk wat pech voor hem", geeft Merckx met een monkellachje toe.
"Ik denk dat hij wel kon leven met zijn vele tweede plaatsen. Dat heeft hem ook erg populair gemaakt. Hij was misschien wel de meest populaire Franse renner en ook in Belgie was hij zeer populair."
"Hij ging vaak in warenhuizen handtekeningen uitdelen of hing rond tijdens de Tour. Hij zocht die populairiteit op en vond dat fantastisch. Raymond was joviaal tegenover iedereen. Zeker in de Ronde van Frankrijk was hij graag gezien."
Voor een zogenaamde "eeuwige tweede" won Raymond Poulidor toch 159 profkoersen in zijn carrière. "Dat kunnen er weinig zeggen, denk ik", zegt Merckx. "Hij was vooral een goede klimmer, die ook sterk was in individuele- en klimtijdritten. Hij heeft me in Parijs-Nice twee keer geklopt. Hij was dus absoluut een te duchten tegenstander. Hij werd ook tweede toen ik voor de derde keer wereldkampioen werd."