Tommie Smith schreef in 1968 samen met landgenoot John Carlos sportgeschiedenis door op de Spelen van Mexico City de Black Power-groet te brengen tijdens de podiumceremonie van de 200 meter. "God had het mij opgedragen", zegt de Amerikaan daags voor zijn 75e verjaardag.
Tommie Smith en John Carlos lopen in 1968 naar olympisch goud en brons op de 200 meter. Op het podium klagen de Amerikanen de rassendiscriminatie in hun land aan. Ze ballen hun vuist in een zwarte handschoen, dragen zwarte sokken, maar geen schoenen.
"God had het mij opgedragen. En ja, ik heb er geen spijt van. Ik zou het opnieuw doen", zegt Smith daags voor zijn 75e verjaardag in een gesprek met het Duitse persagentschap dpa.
Het kostte hen toen de uitsluiting van de Spelen en ook in de Verenigde Staten kregen de atleten flink wat kritiek, maar Smith heeft geen spijt. Ruim een halve eeuw later blijft zijn boodschap er een van vrede, liefde en gelijkheid.
"Ik reis nog steeds het land door en ga soms naar het buitenland om met mensen te spreken. De wereld is sinds 1968 heel veel veranderd. Maar mensen begrijpen en beseffen intussen dat de wereld nood heeft aan gelijkheid en eenheid", zegt Smith. "Zelf probeer ik steeds eerlijk en correct te zijn in alles wat ik doe. Daarnaast blijf ik een boodschap van vrijheid en gelijke rechten verspreiden."