Zwift, het online trainings- en wedstrijdplatform voor wielrenners, deed vorige week zijn intrede in de wereld van de e-sports. 15 ploegen nemen het tegen elkaar op in een virtuele fietswereld. Wij zetten profrenner Stijn Steels, die het platform al anderhalf jaar gebruikt, op de rollen en polsen wat hij vindt van dit initiatief en hoe hij zelf Zwift gebruikt.
"Vroeger was het vierkant draaien op de rollen"
Steels rijdt een simulatie over Londense wegen en zijn rollen passen zich automatisch aan het terrein aan. "We zijn hier net een aan een helling begonnen van 7%. Dat maakt het wat moeilijker om te babbelen", puft Steels.
"Als je bergop gaat, wordt het zwaarder en als je daalt, moet je niet trappen. Je hebt ook wel het gevoel dat je op de weg aan het fietsen bent. Vroeger op de rollen was dat "vierkant draaien” zoals we dat zeggen, je moest zelf prutsen met de weerstand en gokken. Nu is alles veel realistischer."
Zelfs het pelotongevoel wordt heel goed gesimuleerd. "Het is effectief zo
dat, als je in het wiel rijdt, je minder vermogen moet leveren dan dat je op
kop zou rijden."
Het enige wat je niet moet doen, is sturen: "Gemakkelijk hé. Niet nadenken, altijd rechtdoor, blijven trappen en doen wat de computer zegt. Er zullen wel systemen komen waar je de weg kan kiezen. Maar zoals nu is het voor mij perfect."
"8 uur op de rollen? Ja, die is zot hé"
Op sociale media circuleerde een post dat iemand acht uur op de rollen gereden had. "Ja, die is zot hé", lacht Stijn Steels. "Dat is misschien eens grappig voor één of andere weddenschap. Het langste dat ik zelf al gereden heb, is vier uur."
"Ik gebruik het vooral voor de kortere intervaltrainingen van anderhalf uur. Dan stel ik op voorhand mijn schema op de computer in. Mijn rollen passen zich automatisch aan en zo weet ik perfect wat ik gedaan heb."
De hoofdreden waarom veel renners het systeem gebruiken is volgens Steels wel duidelijk. "Kijk eens naar buiten. Nu is het eventjes droog, maar het is koud en nat. Als je in dit weer buitengaat, ben je na een tijdje onderkoeld."
"Als je dan nog lek rijdt, met al die smurrie op de weg, en je moet een band vervangen, dan ben je helemaal verkleumd. Er is ook een grotere kans om ziek te worden. Dan rijd ik liever binnen op de rollen zodat ik mijn training kan doen zoals het moet zijn."
Je hebt lange duurtrainingen nodig in Spanje, of gewoon in goed weer, om echt klaar te zijn voor het grote werk.
Op de vraag of Zwift ooit de wegtrainingen helemaal kan vervangen is Steels categoriek. "Neen, neen, het is goed om je intensiteit te bewaren. Zeker in dit weer waarin je niet kwalitatief kan trainen. Maar je hebt lange duurtrainingen nodig in Spanje (stage) of gewoon in goed weer om echt klaar te staan voor het grote werk."
"Ik reed constant 400 watt en ik werd eraf gereden"
"Ik heb zelf één keer een wedstrijd meegedaan, de eerste dag dat ik op Zwift zat. Ik had me er echt op voorbereid. Op de rollen opgewarmd en een gelletje genomen. Ik was er helemaal klaar voor. We vertrokken en ik reed constant 400 watt. Ik werd er gewoon afgereden en ik dacht: “Neen,
dees da kan ni!” Ik heb het nooit meer gedaan want ik vond het zodanig beschamend voor mezelf."
Deze anekdote is volgens Steels het mooiste bewijs dat de competitie nog niet op punt staat. "Op zich is het wel plezant, maar het is zeer moeilijk om dat gereglementeerd te krijgen. Alles begint met het gewicht dat je moet ingeven. En als je daar maar 2 of 3 kilogram van afwijkt dan krijg je een immens verschil op je prestaties."
In Nederland is er wel al een kampioenschap waarbij alle renners op dezelfde plaats fietsen zodat ze alles kunnen controleren. "Dan gaat dat wel. Maar online is het moeilijk want elke kilogram dat je liegt over je gewicht maakt al zoveel verschil uit. Er is wel een reglement gemaakt dat zegt dat je per kilogram maar een aantal watt kan fietsen gedurende een bepaalde tijd, maar daar kan altijd wel wat mee gespeeld worden."
VIDEO: Anekdote 400 watt
Profrenners rijden solo, amateurs in groep
"Ik zie dat Eward Theuns hier ook aan het fietsen is," merkt Steels tijdens het interview op. "We komen elkaar wel eens tegen, maar we rijden zelden of nooit samen in groep. Iedereen doet zijn eigen trainingen.Er zijn wel groepsritten maar voor de meeste profrenners is Zwift een manier om blokken te trainen en daar heb je niemand voor nodig."
Sommige renners maar vooral rensters zijn wel populair op Zwift. Eén van de populairste is Puck Moonen. "Ik ben Puck nog niet tegengekomen", lacht Steels."Maar ik kan me wel voorstellen dat dat voor de gemiddelde toerist wel plezant is om samen met Puck te fietsen. Of zij dat zelf zo plezant vindt, weet ik niet..."
Als je ziet dat je in de buurt van de beste tijd komt, dan ga je de laatste minuut nog eens vollen bak om de trui te pakken.
Er is ook niet echt een competitie tussen de renners. "Neen, behalve misschien op de hellingen. Als je ziet dat een prof een bepaalde tijd heeft op een helling, dan probeer je daar onbewust wel altijd onder te duiken, want dan verliest die zijn truitje. Dus het leeft wel een beetje. Er wordt automatisch wel een beetje een competitie gecreëerd, maar je start niet met de bedoeling om tegen elkaar te rijden.
"Met mijn fantastische prestatie op de klim daarnet heb ik de bolletjestrui verdiend. Je kan ongeveer inschatten wat je eindtijd zal zijn. Als je dan ziet dat je in de buurt van de beste tijd komt, dan ga je de laatste minuut nog eens “vollen bak gaan” om de trui te pakken. Je kan ook op verschillende levels fietsen en wielen verdienen dus dat maakt het wel plezant."