Thor Waterschei werd in 1919 opgericht, door arbeiders van de lokale mijn. "Thor had eigenlijk moeten staan voor Tot Herstel Onzer Rechten. Dus tegen de mijnbazen in", vertelt ex-voorzitter Albert Bijnens.
"Maar dat mocht niet van de voetbalbond en dus werd het Tot Heil Onzer Ribbenkast." Ook de geel-zwarte kleuren waren niet toevallig gekozen. "Die wijzen op het Vlaamse karakter van de club. Daar hielden ze verschrikkelijk aan."
Club van Clijsters en Emmers, maar Pudelko was de lieveling
Wie voor Thor Waterschei speelde, had er doorgaans ook nog een job naast het voetbal bij. Toch speelden ook heel wat grote namen, vaak in het begin van hun carrière, voor de club. Denken we maar aan Lei Clijsters, Dirk Medved, Eddy Voordeckers en Marc Emmers.
Maar de publiekslieveling was verrassend genoeg een Duitser: doelman Klaus Pudelko. "Ik ben naar hier gekomen toen de club nog in tweede klasse speelde. We zijn meteen gepromoveerd en twee jaar later wonnen we al de beker. Twee jaar later wonnen we die nog eens."
"Groot mirakel tegen PSG"
Het hoogtepunt uit de clubgeschiedenis was de Europese campagne in het seizoen 1982-1983. In de kwartfinale ging PSG voor de bijl, ondanks dat Waterschei de heenmatch met 2-0 had verloren in het Parc des Princes.
"Als je met een dikke nek het plein opkomt, dan denken de anderen: we zullen hen eens wat laten zien", zegt Bijnens. "Het werd een groot mirakel."
Ronald Janssen speelde een hoofdrol in die match, die op de reünie nog eens integraal werd uitgezonden. "Die match spreekt tot de verbeelding. Ik scoor zelf de 2-0 die voor de verlengingen zorgt en geef de assist voor de 3-0. Over die match klampen de oudere supporters van Genk mij nu nog altijd aan."
In de halve finales vloog Waterschei er dan toch uit tegen het Aberdeen van coach Alex Ferguson. "Toen we daar in Schotland aan ons hotel aankwamen, hing er een spandoek in het Nederlands: "Hartelijk welkom. Helaas, jullie gaan verliezen." En we verloren met 5-1. Thuis wonnen we toch nog met 1-0."
