In deze nieuwe reeks van Sporza @school staan vernieuwingen in de sport centraal. In het basketbal heeft de introductie van de driepunter het spel getransformeerd.
In 1891 kreeg de Canadese turnleraar James Naismith van zijn schooldirectie de opdracht een spel te verzinnen dat de kinderen ook in de winter binnen konden spelen.
Naismith nam 2 perzikmanden en hing die elk aan een kant van de turnzaal. Een mand in het Engels is een basket, vandaar basketbal.
Na een tijdje werd de mand vervangen door een netje, maar het duurde nog meer dan 15 jaar voor iemand het lumineuze idee kreeg om een gat in het net te maken. Vanaf nu hoefden ze niet telkens de bal uit het net te vissen.
Driepunter pas vanaf 1979 in NBA
In het begin werd enkel geteld hoeveel ballen in of door het net vielen. Of je op 1 of 10 meter stond, dat maakte niet uit. Uiteindelijk werd aan een velddoelpunt 2 punten toegekend en voor een vrijworp 1 punt.
Dat bleef zo tot diep in de jaren 60 toen 2 rivaliserende competities om de hegemonie in het Amerikaanse basketbal streden: de American Basketball Association of ABA en de National Basketball Association of NBA.
Om te kunnen concurreren met de NBA introduceerde de ABA de driepunter, een shot vanaf zo'n 7 meter afstand. Samen met de relatief nieuwe slam dunk moest dit de spektakelwaarde verhogen. De driepunter gaf bovendien kleinere spelers de kans om ook te scoren.
Ondanks al die goeie bedoelingen ging de ABA in 1976 op in zijn grotere broer. 3 jaar later pikte de nu almachtige NBA het experiment met de driepunter op, al werd het aanvankelijk afgedaan als niet meer dan een gimmick.
De basketbalcompetitie had tot dan toe vooral gedraaid rond grote jongens die zich handig konden bewegen onder de korf, zoals Wilt Chamberlain en Bill Russell.
Maar geleidelijk aan werd de aantrekkingskracht van de driepunter toch duidelijk. Het basketbal werd er gevarieerder en tactischer door.
Curry smaakmaker met driepunters
Tegenwoordig neemt het belang van de driepunter steeds meer toe. Werd in de beginjaren gemiddeld 3 keer per match een driepuntspoging ondernomen, dan is dat nu meer dan 30 keer.
Vooral de Golden State Warriors, met sterspeler Steph Curry (1,91 meter), zorgde de laatste jaren voor een revolutie. Mede dankzij hen is de NBA niet langer een spel voor reuzen, maar kunnen ook kleine duimpjes soms een mooi basketbalsprookje schrijven.