Op het middenplein voelt het vaak als een volksfeest, maar op de baan is het bittere ernst geworden. De Zesdaagse van Gent wil sportief af van zijn speelse imago. Dat "de boel vooraf afgesproken zou zijn" is verleden tijd volgens de deelnemers. "Het evenement is topsport geworden", klinkt het uit 't Kuipke.
Niemand kan de hedendaagse evolutie van de Zesdaagse van Gent beter inschatten dan Jules Hesters.
"Ik woon op wandelafstand van 't Kuipke", knikt de renner. "En elke keer krijg ik hier nog kippenvel. Als negenjarig mannetje kwam ik hier al naar mijn idolen kijken. Dit is dan ook de reden waarom ik ben begonnen met wielrennen."
En zoveel jaar later is Hesters een van de publiekslievelingen tijdens de Zesdaagse van Gent, die vandaag begint en volgens hem een sportieve boost heeft gekregen.
"De laatste jaren is het uitgegroeid tot een topsportevenement", vertelt Hesters. "Wanneer je niet in topvorm bent, doe je niet mee voor de overwinning."
Ik vind dat de sportiviteit voorop komt, maar het is spijtig dat er onderling minder plezier wordt gemaakt.
Vraag dat maar aan Robbe Ghys, die ondertussen al vier keer op een rij won in Gent.
"Ik vind dat de sportiviteit voorop komt, maar ergens is het spijtig dat er onderling minder plezier wordt gemaakt. Ik ben nog van de vorige generatie, hè. Ik probeer aan de jongeren alvast mee te geven dat het nog steeds belangrijk is om plezier en sfeer te maken."
"Het is een evolutie die je ook ziet op de weg", pikt Hesters in. "Vroeger deden ze op 40 kilometer van de streep soms pas een vestje uit. Nu wil de jongere garde meteen koersen en demarreren ze al vanaf 100 kilometer van de streep. Dat is ook overgevlogen naar de piste."
Dat de winnaar vooraf steeds afgesproken zou zijn, is volgens Ghys dan ook onzin.
"We willen niet dat het zoals vorig jaar wordt weggezet als 'afgesproken boel.' Dat willen we absoluut vermijden. Het publiek dat hier zit, ziet dat ook. Het is heel moeilijk om hier toneel te spelen. Het is echt koers."