Nog één keer alles geven in een dubbel gouden seizoen. Die opdracht heeft Remco Evenepoel zichzelf meegegeven aan de start van de Ronde van Lombardije. Niet dat hij grote verwachtingen koestert, want ene Tadej Pogacar is er torenhoog favoriet. "We moeten in de finale de organisatie op poten zetten, wie weet keren we dan nog terug", deelt Evenepoel.
De laatste van het jaar en dan mag de riem er helemaal af. Maar van stress bij Remco Evenepoel in de Ronde van Lombardije? Geen sprake.
Op de bus dolde de dubbele olympische kampioen op een groepsfoto. Ook in het startinterview komt hij ontspannen voor onze microfoon staan.
"Het is altijd fijn om hier te staan als de zon schijnt", glimlacht Evenepoel. "Het Italiaanse publiek is altijd euforisch. Nog een keer alles geven en dan zit het seizoen erop. Het weer is ook perfect, zo zal ik niet bevriezen."
De bal ligt dan ook in het kamp van topfavoriet Tadej Pogacar.
"Ik denk dat het logisch is dat UAE de koers zal moeten dragen. Dat heeft Pogacar aan zichzelf te danken. Ik wil zo lang mogelijk volgen. Als dat niet lukt, wordt het een beetje de Tour-tactiek toepassen en eigen tempo rijden."
"We willen proberen om steeds met 2 of 3 renners samen te rijden en in het defensief te zitten. Dat zal belangrijk worden in de finale", meent hij.
Het wordt zaak om in de achtergrond een overtal te hebben, de organisatie op poten te zetten en wie weet keren we dan wel terug.
Want Evenepoel werpt zich op als de voorspeller van Lombardije: op de Sormano zal het losbarsten.
"Het zou raar zijn mocht Tadej vroeger gaan", geeft de kopman van Soudal - Quick Step aan. "Hij heeft de power om daar iedereen af te rijden. Het is een inspanning van ruim 30 minuten. Daar moeten we klaar zijn voor een zware strijd."
"Daarna is het grotendeels bergaf tot het laatste knikje. Het wordt zaak om in de achtergrond een overtal te hebben, de organisatie op poten te zetten en wie weet keren we dan wel terug."
Tot slot: wanneer is Evenepoel tevreden? "Als ik een goede koers rijd. Ik hoop elk jaar een beetje opschuiven in de ranking. Vorig jaar was ik negende, dus ik wil beter doen. We mikken op het podium, maar als ik het maximale geef, kan ik mezelf niets verwijten."