Geen sport waarin de sponsors zoveel worden vernoemd als in de wielerwereld. Dit betekent alleen niet dat iedereen weet waar die sponsors voor staan. Daan De Wever, CEO van Dstny, getuigde erover in Vive le Vélo: "De uitdaging is om mensen te laten weten wat je doet."
Sinds dit seizoen is Dstny medesponsor van de traditionele Lotto-ploeg. Het communicatiebedrijf wordt geleid door wielerliefhebber Daan De Wever, die in Vive le Vélo kwam uitleggen wat de uitdagingen van sponsors in de wielerwereld zijn.
Dstny is al enkele jaren een snel groeiend bedrijf, actief in landen waar wielrennen heel populair is.
Toen bekend gemaakt werd dat Lotto op zoek ging naar een opvolger voor Soudal, kreeg De Wever al snel de vraag van zijn omgeving waarom hij niet in het project stapte.
"Je eerste reactie is "no way", maar later begin je toch na te denken. Toen ik de financieel directeur belde met de vraag om eens naar de wielersport te kijken, vond hij het een fantastisch idee", aldus De Wever.
En zo was Lotto - Dstny geboren.
De vraag "Wie is Dstny?" wordt vooral "Wat doet Dstny?".
Waarom sponsoren in de wielerwereld?
"Wat de wielersport zo uniek maakt, zeker voor commerciële bedrijven, is het feit dat een ploeg je naam draagt. Er is geen enkel platform waar je dat hebt, tenzij je een stadion gaat sponsoren."
Dat wil niet automatisch zeggen dat het grote publiek weet waar de naamsponsors in het wielrennen voor staan. Volgens De Wever is dit de grootste uitdaging voor sponsors.
"Een goed voorbeeld is Visma. Zij zitten in een vergelijkbare sector als wij. Iedereen kent Visma, maar als je aan 100 mensen vraagt wat het bedrijf doet, wordt het moeilijker."
"We merken wel op dat onze mensen veel minder moeten uitleggen "Wie is Dstny?", en de vraag wordt vooral "Wat doet Dstny?". Bij Dstny zeggen mensen: "dat zijn de mannen van de koers"", besluit De Wever.
Jan Bakelants vroeg zich in Vive le Vélo nog af waarom hij geen CEO van Lotto-Dstny kon worden. De Wever verzekerde snel dat hij in dit keuzeproces geen stem had, terwijl bij Bakelants het gevoel speelde dat zijn kandidatuur niet serieus genoeg genomen werd.