Louis Lambert (91) is de enige nog levende ex-voetballer die 66 jaar geleden met Antwerp de laatste titel pakte. In een gesprek met Sporza haalde hij herinneringen op over die periode en blikte hij vooruit naar de clash om de titel van zondag: "Ze hebben al gezegd dat ik een nieuw kostuum moet kopen, maar ik ben er niet gerust in."
"We staan hier aan mijn tweede geboorteplaats. Ik zen nen rood-witten hond."
Louis Lambert, 91 jaar oud, woont - hoe toepasselijk - in een woonzorgcentrum aan het Bosuilplein en kijkt nog altijd met van fierheid fonkelende ogen naar zijn Bosuil: "Het eerste wat ik dagelijks doe, is naar den Antwerp kijken, want dat is mijn tweede thuis. Ik was 14 jaar toen ik hier tekende, net na de oorlog."
De start van een levenslange carrière aan Deurne-Noord, een van de meest succesvolle. Want Lambert is de laatste Antwerpenaar die kampioen heeft gespeeld.
Tranen bij kampioenenfoto
We schrijven 1957. Antwerp wordt voor de vierde keer in zijn bestaan landskampioen na een felbevochten strijd met Gent. De lijnen lopen gelijk met 66 jaar later, alleen vecht het nu een duel met Union uit.
"En wij voetbalden wel beter", bekent de flankverdediger van toen, "Met meer kracht en grinta. Het was ook een andere tijdgeest, dat kan je eigenlijk niet vergelijken."
"We hadden een heel goede ploeg, met Louis Verbruggen, Bob Maertens, Eddy Bertels, Jef Vangool...", met tranen in de ogen gaat Lambert het rijtje van de kampioenenfoto af.
"Met grote droefheid moet ik zeggen dat ik als enige overblijf, iedereen is gestorven. Wanneer ik 's avonds naar de foto kijk, durf ik al eens te huilen. 11 jaar lang speelden we samen."
Wanneer ik 's avonds naar de foto kijk, durf ik al eens te huilen.
Niet te overtreffen titelfeest
Het titelfeest van toen kon alleszins gelden: "Wat hebben we toen gevierd! Elke dag was er feest. 7 weken lang waren we niet thuis."
Mijn vrouw vroeg: "Hoelang gaat dat nog duren?", ik zei: "Ik weet het ook niet, maske."
"Mijn vrouw vroeg: 'Hoelang gaat dat nog duren?', ik zei: "Ik weet het ook niet, maske." We hadden 22 supportersclubs en bij elke club moesten we toch langsgaan?"
En de stad? "Die lag plat. Wij hadden 18.000 abonnees. En zeker voor de Europabekerwedstrijd het volgende jaar thuis tegen Real Madrid. De arbeiders van Ford kregen zelfs vrijaf. 60.000 mensen waren er toen bij."
Niet gerust in zondag
Op een nieuwe titel zondag hoopt hij wel, maar toch blijft hij herhalen dat hij er niet gerust in is: "Ze hebben mij al gebeld om een nieuw kostuum te kopen, maar ik antwoordde: "Zover is het nog niet, hé.""
Al zal hij even gepassioneerd meeleven tijdens het cruciale duel: "Ik ben nogal een moeilijk geval. Als er iemand aarzelend voetbalt, roepen ze naar mij: "Louis, niet vloeken, hé!""
"Maar het wordt wel tijd dat ze kampioen spelen, hé. Dan kan ik weer stoefen. Vooral tegen die van "den Beerschot", eindigt hij met een knipoog.