Dood verklaard en toch de Ronde gewonnen: het straffe verhaal van René Martens
Het wielrennen barst van de straffe verhalen. Dat ondervonden we gisteren weer in Vive le Vélo, leve de Ronde, waar René Martens werd geportretteerd. De Limburger won in 1982 de Ronde van Vlaanderen, maar kende een zeer hectisch parcours richting zijn grootste triomf.
In 1982 vielen alle puzzelstukjes op de juiste plaats voor René Martens.
De "krachtpatser" won de Ronde Van Vlaanderen en verwierf een plekje in de geschiedenisboeken. Hij werd de eerste Limburger ooit die de Ronde won.
Toch was er van die zege bijna geen sprake geweest. Als junior had Martens namelijk een zeer zwaar ongeval.
"Op training werd ik aangereden door een brommertje", vertelt Martens.
"We raakten elkaar en vlogen allebei over de kop. Ik had een basisschedelbreuk en heb 5 dagen in coma gelegen."
"Men beweert zelfs dat ik eerst onder een witte doek heb gelegen op straat. Nochtans was het ziekenhuis 500 meter verder."
"Toen de hulpdiensten aankwamen, hadden de omstaanders pas door dat ik nog leefde."
Ik lag onder een witte doek op straat. Het ziekenhuis was amper 500 meter verder.
Fast forward naar 1982. René Martens beleeft een topdag en rijdt op zijn eentje weg uit de kopgroep.
"Achter mij reden 3 Belgen: Pevenage, Pollentier en Eddy Planckaert."
"Planckaert wou graag een coalitie smeden, maar het is hem nooit gelukt. Nadien heeft hij altijd gezegd dat dat "zijn Ronde" was."
"De eerste persoon die me belde na mijn zege was Luc Pels. Mijn gangmaker. Hij was een ex-profrenner met wie ik trainde tot aan de Ronde."
"Luc was een echt trainingsbeest, maar enkele maanden later vielen de trainingen helemaal stil."
"Luc had zijn vrouw iets aangedaan. Vermoord. Ik heb hem nooit meer teruggezien."
Er zijn renners die veel minder hebben gewonnen die denken dat ze groter zijn dan ik.
De 67-jarige Martens won in 1981 ook een rit in de Tour. Dat samen met de Ronde maakt een mooi palmares voor een knecht.
"Ik mag heel trots zijn op mijn carrière. Ik heb iets moois neergezet."
"Er zijn andere renners die eigenlijk veel minder hebben gewonnen, maar er toch meer mee te koop lopen. Die denken dat ze groter zijn dan ik."
"Maar dat zijn geen Limburgers natuurlijk."
