De allereerste Tour de France Femmes werd een ontgoocheling voor Lotte Kopecky, maar op het EK baanwielrennen bewees ze dat ze nog altijd tot de wereldtop op twee wielen behoort. "En er komen nog twee mooie kansen."
Na de Tour de France Femmes was Lotte Kopecky de fiets even beu. Het is des te indrukwekkender dat ze de overstap naar de piste dan toch nog zo vlot heeft verteerd én dat ze ook mentaal de knop kon omdraaien. In haar eerste wedstrijd in München leverde het haar meteen goud op.
"Ik had deze middag nog eens de afvalling van het laatste WK bekeken", vertelt ze aan Sporza. "In de laatste sprint tegen Paternoster maakte ik daar een heel domme fout. Die mocht ik niet opnieuw maken. Ik wist dan ook dat ik deze keer niet te lang moest wachten op het einde."
Paternoster was er toen al niet meer bij. Zij viel ook af, maar dan wel na een échte val. "Dat is confronterend. Je weet dat jij, of eender wie, dit had kunnen zijn. Maar iedereen weet hier ook dat baanwielrennen een gevaarlijke sport is. Ik had Paternoster als mijn grootste concurrente ingeschat. Ik hoop dat ze geen al te ernstige blessures heeft."
Voor Kopecky smaakt dit goud naar meer. "Mentaal had ik dit nodig (na de Tour). Er komen nu nog twee mooie kansen."