Het Zweedse polsstokfenomeen Armand Duplantis legde de lat voor zichzelf en de wereld weer 1 centimeter hoger. 6,19 meter is nu het wereldrecord. Maar volgens "Mondo" Duplantis kan het nog hoger. Wij vroegen aan onze Belgische polsstokkampioen, Ben Broeders, hoeveel hoger.
"Armand is sneller en sterker geworden"
"Waanzinnig! Dat is kort en krachtig juist samengevat." Polsstokspringer Ben Broeders windt er geen doekjes om wat hij van het nieuwe wereldrecord van z'n maatje Duplantis vindt.
Maar volgens Broeders is dit nog maar het topje van de ijsberg. "Polsstok is een technische sport waar je op verschillende vlakken vooruitgang kan boeken."
"Dit seizoen is Armand sneller geworden en hij is fysiek sterker omdat hij volwassener geworden is. Zijn techniek is slechts een beetje veranderd, maar omdat hij sneller en krachtiger is geworden kan hij stokken gebruiken die stijver zijn, minder hard plooien, maar harder terugveren."
Broeders denkt dat Duplantis echt wel naar nog hogere sferen kan springen. "Als hij met deze fysiek het gevoel kan terugvinden dat hij in de winter van 2020 etaleerde op gebied van souplesse en techniek, dan staat er ons nog wel iets te wachten."
"Hij springt met boomstammen van stokken"
Stijvere stokken. Dat vraagt om een woordje uitleg.
"Onze stokken worden geijkt op een speciale manier", verduidelijkt Ben Broeders. "Met een gewicht van 20 pond in het midden van de stok wordt gekeken hoe hard die doorbuigt. Dat wordt de flex genoemd."
"Hoe hoger het flex-nummer, hoe makkelijker hij plooit. Hoe stijver de stok, hoe lager het nummer. Duplantis is daar aanzienlijk in gedaald ten opzichte van de winter van 2020."
Maar hij is ook iets verzwaard en sneller geworden, dus dat maakt ook wel wat verschil. Alles wordt in rekening gebracht. En om dit allemaal weer onder controle te krijgen is wat van de souplesse en techniek verminderd.
Zijn efficiëntie is misschien minder, maar hij heeft gewoon een dikkere katapult gepakt.
"Ik kan daar niet mee springen. Het zijn boomstammen van stokken", lacht Broeders. "Armand springt met stokken van 5,20 meter. De steekbak is ongeveer 20 cm diep en hij heeft de stok niet helemaal achteraan vast."
"Laat ons zeggen dat hij +/- 5 meter boven de grond komt, dus springt hij 1,2 meter boven zijn greep, wat absolute waanzin is! Zijn efficiëntie is misschien minder, maar hij heeft gewoon een dikkere katapult gepakt."
En die katapult controleren is net iets moeilijker. Maar de return is groter. "Als hij nu alles kan finetunen, dan zijn we nog niet thuis", weet Broeders.
"Het kan wel eens 6,30 meter worden"
Voorlopig lijkt het wel dat Duplantis, waar hij ook komt, het wereldrecord wil springen.
"Hij probeert sowieso elk meetingrecord aan te vallen", weet Broeders. "Dat is leuk voor de wedstrijd zelf. Hij loopt meer in de kijker en pikt natuurlijk de geldbonussen mee."
"Maar voor het geld hoeft hij het al niet meer te doen. Hij doet het voor de titels en om zo lang mogelijk in de geschiedenisboeken te staan. Boebka zal niet snel vergeten worden. Maar zijn 6,14 meter heeft geen 20 jaar gestaan."
"Ik denk dat Armand in z’n hoofd zit met een record dat heel lang zal staan. Zo eentje waarvan je denkt: "Wanneer gaan ze dat ooit kloppen?""
Armand zit in z’n hoofd met een record dat heel lang zal staan. Zo eentje waarvan je denkt: "Wanneer gaan ze dat ooit kloppen?"
Maar waar ligt de limiet van het Zweedse godenkind dan?
Ben Broeders denkt dat dit samenhangt met het materiaal. "De grote vraag is of Armand heel z'n carrière blijft springen met dezelfde glasvezelstokken van zijn huidige sponsor."
"De buiging en de timing van zijn stokken is hem zo eigen. Zal dat met ander materiaal ook zo zijn? Er zijn atleten die veel problemen hebben als ze van materiaal wisselen."
Maar er zijn dus carbonstokken die nog meer return geven. Zal hij dat ooit proberen? Of gaat zijn huidige sponsor ook evolueren naar carbonstokken?
Broeders: "Als er beter materiaal is, dan zal hij dat op een punt wel proberen. Wat dat gaat geven, weet ik dan niet. Het kan wel eens 6,30 meter worden."
De fysica van het polsstokspringen in een notendop
- Aanloop: door het aanlopen breng je je massa op een bepaalde snelheid en creëer je kinetische energie. Hoe sneller je loopt, hoe meer kinetische energie je genereert.
- Afzet: op het moment dat je de polsstok in het gat plaatst, zet je de kinetische energie om in potentiële energie in de elasticiteit van de polsstok omdat deze buigt. Hoe efficiënter je dit doet (door techniek, sprongkracht, armkracht) hoe meer kinetische energie van de aanloop er in de potentiële energie van de stok gaat.
- Vluchtfase: de potentiële energie wordt door de stok opwaarts vrijgegeven en is maximaal op het hoogste punt van de sprong.