Outsider op de traditionele afstanden, maar absolute top in de massastart. Bart Swings (31) kroonde zich zaterdag tot olympisch kampioen in het onderdeel dat hem op het lijf geschreven is. Welke elementen zorgen voor die ideale match? Een inzicht door enkele insiders.
Al jaren stond 19 februari 2022 in de Belgische sportkalender met rood aangekruist. Het moest de hoogdag worden waarop Bart Swings ons land eindelijk nog eens een gouden medaille op de Winterspelen bezorgde.
En zo geschiedde.
Het was de climax van een minutieus voorbereide puzzel rond de massastart. Dé race bij uitstek waarin de sterren gunstig stonden voor Swings - gezien zijn verleden, kwaliteiten en enkele specifieke details.
Want de massastart is het buitenbeentje van het snelschaatsen. Zestien rondjes die in niks te vergelijken zijn met de afstandsnummers. Atleten zitten niet elk apart in een eigen baan, maar moeten voor hun positie knokken in een peloton.
De succesvolle geschiedenis van Swings in het skeeleren speelt daarom in zijn kaart. “Want daar leer je dicht bij elkaar rijden en jezelf positioneren in een grote groep”, duidt zijn coach Martin ten Hove. “Sommige concurrenten voelen zich daar minder comfortabel bij dan Bart. Zeker in de laatste rondjes is dat cruciaal."
Ook het tactische steekspel is uitgekookter in de massastart. Swings - geroemd om zijn intelligentie - analyseert situaties sneller dan vele anderen.
“Op wie moet ik letten? Wanneer moet ik een gat dichtrijden? En wanneer mik ik op de sprint? Bart maakt als geen ander de juiste keuzes”, weet Ten Hove. “Daarbij komt dat hij allround is. Bart kan met de beste mee in de sprint, maar evenzeer een harde koers overleven.”
Krommere messen
Superman Swings.
Het is geweten dat de Belg steeds uitpakt met fenomenale resultaten op zijn fysieke testen. Met een bijzonder hoog uithoudingsvermogen perfect voor de lange afstanden. Wanneer concurrenten op het einde van de race op hun tandvlees zitten, heeft Swings vaak nog overschot.
Tel daarbij de kwaliteit om snel te recupereren en je hebt de ideale combinatie. “De massastart is veel meer een interval- dan een tijdritbelasting”, verduidelijkt trainer Jelle Spruyt. “Dat ligt Bart zeer goed. Wanneer hij één ronde in de slipstream van een tegenstander kan herstellen, is hij vaak al klaar om een nieuwe aanval te doen.”
Vorig jaar huurde Bart aan appartementje in Heerenveen, sindsdien stonden we elke dag op het ijs.
En dan zijn er nog de details. Procentjes die op het allerhoogste niveau het verschil maken tussen winst en verlies. Zo zijn de messen onder de schaatsen van Swings “krommer” voor de massastart - aangezien de bochten scherper zijn. Zonder specifieke voorbereiding zou die switch onmogelijk zijn.
“Maar vorig jaar huurde Bart een appartementje in Heerenveen”, aldus Spruyt. “Sindsdien stonden we elke dag op het ijs en planden we iedere dinsdag een specifieke sessie voor de massastart. Daardoor konden we ook de messen aanpassen. Die hebben nu een grotere buiging, zodat Bart makkelijker door de binnenbochten kan schaatsen.”
Al die elementen samen zorgden in Peking voor het absolute hoogtepunt van zijn carrière.