Na een tegenvallend debuut vorig jaar in de Strade Bianche bolde Mathieu van der Poel uiteindelijk als 15e over de streep op 10 minuten van winnaar Van Aert. Een jaar later gaat de Nederlandse kampioen in Toscane op zoek naar eerherstel: "Ik hoop beter te doen dan vorig jaar."
"De sterksten zullen hier zeker vooraan zitten"
Met hoge verwachtingen stond Van der Poel een jaar geleden voor het eerst aan de start van de Strade Bianche, maar na een (te) vroege aanval en een portie pech kwam hij uiteindelijk niet in het stuk voor.
"Het was hier vorig jaar extreem warm", blikt Van der Poel terug, één dag voor hij opnieuw de strijd aangaat met de Toscaanse grindwegen. "Nu is het eigenlijk vrij aangenaam koersweer dat ze voorspellen. Ik kijk er wel naar uit."
"Het ligt er misschien wel gemakkelijker bij dan vorig jaar. Er is minder grind, wat het minder technisch maakt. Maar het blijft wel een enorm lastig parcours en de sterksten zullen hier zeker vooraan zitten."
"Ik verwacht morgen een open strijd"
Grind, stof en een hoop steile hellingen: op papier lijkt "de Strade" een wedstrijd op het lijf geschreven van de Nederlandse alleskunner. "Dit parcours ligt me wel", vindt ook Van der Poel zelf, "al is het misschien toch iets meer op maat van echte klimmers."
Pogacar, Bernal of Fuglsang: het zijn maar enkelen van de vele klimmers die morgen aan de start zullen staan in Siena. "Maar bijvoorbeeld Van Aert heeft vorig jaar wel bewezen dat je ook als klassiek type de wedstrijd hier kan winnen. Er staan heel veel sterke deelnemers aan de start. Ik verwacht morgen een open strijd."
Is Van der Poel na het tegenvallende resultaat van vorig jaar dan tuk op revanche? "Vorig jaar viel zowat heel mijn Italiaanse blok tegen, maar het is niet dat ik hier terugkom om een rekening te vereffenen. Ik ben hier natuurlijk wel om te presteren en ik hoop natuurlijk beter te doen dan vorig jaar."