Parkour en freerunning zijn twee relatief nieuwe sporten die vooral bij de jeugd aan populariteit winnen. Maar wat is het juist en hoe begin je eraan? Wij zochten enkele pro's op van parkourclub Flow De Gand uit Gent om ons enkele basistips te geven en vooral te laten zien.
Tip 1: zorg dat je goed opgewarmd bent.
"Je ziet dat ik een klein beetje buiten adem ben, dat is wat je wil hebben." Aan het woord is Wouter De Mol, één van de oprichters van Flow De Gand en hij onderstreept daarmee het belang van een goede opwarming.
"Een opwarming bestaat uit een aantal bewegingen die niet superintensief zijn. Lage bewegingen over rails of enkele kleine sprongen. Alles eigenlijk zonder al te veel impact."
Pas als je goed warm hebt en een beetje begint te zweten kan je overgaan naar grotere sprongen of flows. Afhankelijk wat je die dag wil doen. "Alles kan en mag bij parkour maar de basisregel luidt: "Veiligheid eerst!" En zonder goede opwarming gaat dat niet."
Tip 2: aan de muur hangen met de cat-hang en de cat-leap
Een van de basisbewegingen van parkour is de cat-hang, waarbij je zoals een kat tegen de muur hangt met je handen aan een rand. Parkourtrainer Niels Van Santen toont hoe het moet. "Het moet heel comfortabel zijn, heel efficiënt en 'in rust' als het ware."
"De voetpositie is heel belangrijk. Te hoog is niet goed, want dan heb je teveel druk op je handen en duw je jezelf weg van de muur. Een te lage voetpositie zorgt er dan weer voor dat je sneller naar beneden zal glijden en meer kracht nodig hebt om tegen de muur te blijven."
Als je de cat-hang meester bent kan je er een sprong aan toevoegen en dat heet de cat-leap (kattensprong). "Begin met een klein stapjes en sprongetjes om te testen of je vlot in de comfortabele hangpositie kan gaan."
"Wanneer je naar een grotere cat-leap gaat is het belangrijk dat je met de voeten eerst tegen de muur landt, om de impact op te vangen, en niet met je bovenlichaam."
Tip 3: over obstakels gaan met vaults en de speed-step
Parkour is ook de kunst van vlot en soepel over obstakels te gaan. Wouter 'Frisko' Pollet legt uit hoe je dat simpel en veilig doet. "De basisbeweging die je het eerst leert is de speed-step."
"Je zet één voet op het obstakel, gevolgd door je tegenovergestelde hand. Dan stap je als het ware met je andere been door het gecreëerde gat."
De speed-step kan ook gebruikt worden aan het eind van een sprong. "Het is belangrijk dat je eerst met je voet landt, dan je hand plaatst en zo soepel over het obstakel glijdt"
Tip 4: op een rand springen met de precision-landing
"De precision is een heel nauwkeurige sprong van één obstakel naar een ander waarbij het de bedoeling is om op de bal van de voet precies op de rand van dat obstakel te landen."
Precisions zijn heel nuttig om zacht te leren landen en controle over je voetplaatsing te krijgen. Daarom is het belangrijk dat je die in elke training wel even oefent.
"Het is ook belangrijk om naar je landigen te luisteren. Hoe stiller je landt, des te beter je de precision hebt uitgevoerd en hoe minder energieverlies en impact op je lichaam je hebt gecreëerd."
Tip 5: op een muur lopen met de wall-run
De wall-run tenslotte wordt gebruikt om op een hoger gelegen obstakel te geraken. De essentie is, dat je enkele stappen gebruikt om omhoog te gaan op een verticale muur. "Dat lijkt moeilijk, maar eigenlijk moet je het een beetje zien als omhoog lopen", zegt Wouter De Mol.
De voetplaatsing op de muur is cruciaal. "Zet je je voet te laag dan ga je wegschuiven en niet genoeg hoogte halen. Staat je voet te hoog, dan duw je jezelf weg van de muur. Ongeveer op heuphoogte is ideaal."
Ook de aanloop is belangrijk. "Loop vooral niet te snel aan. Je moet al die voorwaartse energie kunnen omzetten in opwaartse en dat lukt niet als je te snel gaat. In het begin zal je vooral daarop moeten oefenen."
"Het is nuttig om je hand te gebruiken als extra steun tegen de muur, zeker bij een hoger obstakel waarbij je niet meteen met twee handen de rand kan grijpen. Bovendien is het een extra beveiliging zodat je niet met je gezicht tegen de muur knalt als je wegglijdt."
Tot slot enkele aandachtspunten
- Hou het veilig.
- Zorg dat je opgewarmd bent.
- Check your surfaces! Spring nooit op dingen waarvan je niet weet of ze veilig zijn of niet.
- Hou het laag. Ga niet meteen op hogere muren of obstakels gaan springen.
- Bouw langzaam op, alles komt met kleine stapjes.
- Have fun! Maak plezier met je makkers of in je eentje.