Voor Sporza verkende zandspecialist Paul Herygers het WK-parcours in Oostende. "De lamp brandt in het zand. Je kan jezelf in het zand volledig om zeep helpen", zegt Herygers, wereldkampioen van 1994 in Koksijde. "Zeezand is het zwaarste zand om door te rijden."
Paul Herygers gidst je door het zand van Oostende
1. De start: "Hopelijk raakt iedereen heelhuids door U-turn"
Het WK wordt op gang geschoten op de Wellingtonrenbaan. "De aanloopstrook is niet overdreven lang. De renners op de 1e startrij zullen blij zijn, want ze kunnen maar weinig plaatsen kwijtspelen", merkt Herygers op.
"Er komt wel al vroeg een U-turn. Dat is iets wat parcoursbouwers normaal proberen te vermijden. Hopelijk raakt iedereen daar heelhuids door. Als dat een zandbocht was geweest, dan was het een drama."
"Belangrijk: het zand ligt maar 1 minuut van de start. Dat betekent dat de start enorm belangrijk zal zijn. Aan een inhaalrace beginnen in het zand, kost extra krachten."
2. "Met platte banden door de 1e bocht"
Meteen na de start passeren de renners de eerste materiaalpost. Dat heeft zijn gevolgen.
"De crossers zullen de 1e materiaalpost na de start niet binnengaan. Het is dus absoluut noodzakelijk dat ze van start gaan met de juiste bandendruk om het zandstrand te trotseren."
"Dat betekent dus dat ze met platte banden door de eerste bocht zullen gaan. Uitkijken hoe dat verloopt."
3. De brug: "Stijgingspercentage van 21 procent"
Het volgende obstakel is de imposante brug, die de Wellingtonrenbaan en het strand verbindt. "De brug is 8 meter hoog en heeft naar verluidt een stijgingspercentage van 21 procent. Dat zullen de renners gewaar worden."
"De afdaling van de brug is ook pittig. De renners zullen daar een hoge snelheid ontwikkelen, waarna ze in het zand ploffen."
"Door die hoge snelheid krijgen de renners de eerste meters cadeau in het zand. Maar daarna word je afgeremd alsof er iemand aan je lijf trekt en je naar beneden sleurt."
4. De 1e strandpassage: "Ik zak 8 centimeter weg"
Na de 1e passage over de brug kunnen de zandspecialisten hun hartje ophalen. Per ronde krijgen de crossers 610 meter aan zandstroken op hun bord.
"Maar de ene sneeuw is de andere niet. En dat is met zand ook zo", weet zandspecialist Herygers. "Zeezand is het zwaarste zand om door te rijden."
"Het is smerig zand, rotzand. Het is op de macht te doen. Van zuivere techniek is hier weinig sprake."
Dit is nog maar het voorspel. De ellende moet nog komen
Wanneer Herygers van zijn fiets stapt, trekt hij grote ogen. "Ik zak hier 8 centimeter weg in het zand. Ik ben natuurlijk wel een dikke."
"Hier kan volgens mij maar weinig volk doorrijden. Normaal zullen ze het harde zand tegen de waterlijn opzoeken."
Maar op die verharde zandstukken zullen de crossers pas in de 2e helft van de wedstrijd kunnen rijden. Want om 10 voor 3 staat de zee op haar hoogste punt, vanaf dan trekt het water geleidelijk weg.
"Dat er daarbij schelpen kunnen aanspoelen op het harde zand? Daar zal niemand om treuren. Het is erdoor of verzuipen", zegt Herygers. "Dit is nog maar het voorspel. De ellende moet nog komen."
5. Hellende zandstrook: "Knal in het rood gaan"
Na de passage langs de zee wacht een andere nukkige zandstrook. "De renners komen vanuit de zee en zullen zich heel ver proberen te hijsen, trekken en sleuren."
"Ik denk dat dit een heel belangrijk punt is, omdat de strook hellend is. Dat wordt de motor gewaar. De crossers gaan hier knal in het rood, met een maximale polsslag. Hier zullen er veel sneuvelen."
"Je kan jezelf het meest om zeep helpen in het zand. Als je je daar forceert, moet je er een kruis over maken."
6. Van zwaar zand naar brug: "Hindernis om "u" tegen te zeggen"
"Niet mijn ding", zucht Herygers. "Hier kunnen ze zich enkel vastrijden. Bovendien moet je deze strook 9 keer foutloos doen. Hier kan je absoluut de cross winnen."
De fameuze brug krijgen de crossers op weg naar de renbaan een 2e keer voor de wielen geschoven.
"Ze komen dan uit het zand en zitten op de limiet. Dan is die brug een hindernis om "u" tegen te zeggen."
7. Weer op hippodroom: "Hier lachen veldrijders mee"
Het laatste deel van het parcours speelt zich weer af op de hippodroom.
"De lamp brandt volgens mij in het zand. Maar natuurlijk mag je dit deel op de hippodroom niet verwaarlozen."
"Je ziet hoe bochtenrijk deze omgeving is. Met een trapje, keren en draaien. Maar de veldrijders lachen met dit deel van het parcours, ze zijn dit zo gewoon. Hier zal je de cross niet winnen."